“Wij gaan op huizenjacht

We gaan een hele mooie vangen.
Wat een prachtige dag!
Wij zijn niet bang.”

Zo starten we een aantal keren per week onze zoektocht naar een nieuw onderkomen. Benzine in de Tweety, mondvoorraad op de bijrijdersstoel en flessen water op de vloer. Baasje achter het stuur met een lijstje op het dashboard geplakt en ik zit achterin om het overzicht te bewaren. Samen op avontuur en samen op zoek naar het perfecte plekje. De avond voordat we op jacht gaan, struinen mijn baasjes het internet af. Funda wordt uitgeplozen en drie keer doorgelezen. Discussies, gesprekken en vele bedenkingen gaan over en weer. Is het wensenlijstje te lang, zijn ze besluiteloos of gewoon enorme twijfelkonten? Het resultaat is dat er nog geen plekje gevonden is waar mijn mandje kan staan. Daarom gaan we nu op zoek, met gezwinde spoed en ik ga mee.

De afstand van onze huidige woonplaats mag niet meer dan een uur zijn. Dat heeft niets te maken met het feit dat de wereld dan op houdt, maar simpelweg met het feit dat na een uur autorijden mijn voer via mijn neus naar buiten komt. Dus maximaal een uur. Niet meer.

Bij het eerste huis op het lijstje besnuffel ik de struikjes en laat mijn eigen sporen achter. Ik check of er geen grote boze buurjongens van het harige soort om de hoek wonen, want nieuwe vrienden, okè, maar vijanden, nee…

Dan wordt het tijd om de winkels te ontdekken. Zit er een dierenspeciaalzaak om de hoek, dan zet ik een vinkje op mijn aftekenlijstje. Supermarkt, slager en bakker onder handbereik. Ook heel handig. Goede restaurantjes, waar ik heerlijk onder de tafel aan een botje kan knagen staan ook hoog op ons lijstje. Check, check, check. Een tuin is een must, evenals genoeg vloeroppervlak voor diverse plekjes om te slapen. Het lijkt allemaal zo simpel maar waarom wil het dan niet lukken?

Als laatste gaan we de omgeving ontdekken. Is het groen, genoeg bomen, beetje water en losloopmogelijkheden zonder de kans voor mijn baas om te ontsnappen? Check, check, check.

Maar na huis nummer vijf op één dag, word ik het wel een beetje zat. In de auto, uit de auto, weer de omgeving bekijken, weer de winkels bezoeken, weer op zoek naar wandelmogelijkheden in de omgeving. Ik kom gewoon niet eens aan mijn middagslaapje toe. Dan komen we in ‘the middle of knowwhere’ mijn ultieme plekje tegen. We lopen er eerst omheen om de kat uit de boom te kijken of in dit geval te kijken hoe de honden op dit terrein op mij reageren. Dan wagen we ons samen door het hek. Ik zie boomstammen, rioolbuizen, een afdak en een tuinhuis. De andere honden die er ook zijn, laten mij met rust. Ik duik, zonder mij te bedenken, in de zandbak en race een rondje door tractorbanden. “Drop, kom, we gaan weer verder, we hebben nog een huis op het lijstje staan” roept mijn baasje. En ik, ik denk, ik ga nergens meer heen. Hier ga ik wonen. Zet mijn mand maar in het tuinhuis. Die nieuwe vrienden heb ik al gemaakt. De speel attributen zijn goedgekeurd. Hier ga ik wonen, hier ben ik thuis. Laat dat huis maar zitten, een hondenspeeltuin heb ik nodig, meer niet.


1 reactie

Hanneke · 10 maart 2024 op 22:05

Oh Drop, echt? Heb jij het huis gevonden? Dat zou toch geweldig zijn? Wat let ze? Welke kant is het (dr)op??
Ik help je duimen. Wordt wel tijd voor een nieuw thuis.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *