Die tas, die grote gele boodschappentas. Ik weet niet, maar ik krijg altijd de kriebels van die tas. Niet altijd natuurlijk. Dat is overdreven. Ik heb geen problemen met de tas op het moment dat de tas leeg is en in de kast ligt. De tas is ook geen probleem als de tas, leeg, meegenomen wordt naar de winkels, want dan komt de tas ook weer vol met lekkere dingen mee naar huis. Nee, dat is allemaal geen probleem. De tas wordt een probleem als er spullen in geladen worden terwijl we nog thuis zijn. Specifiek… als mijn spullen in de tas gaan. Zoals mijn voer- en waterbak, mijn favoriete speeltjes, een handdoek en vooral mijn voer. Afgepast in kleine boterhamzakjes per maaltijd. Dan krijg ik echt de kriebels van die tas.
Vorige week stond deze tas in de woonkamer. Baasje had er al mijn bakken in gedaan. Mijn blauwe bal lag ook al in de tas, evenals mijn slaapknuffel. Geen goed teken. Terwijl baasje bezig was mijn voer af te meten en de boterhamzakjes dicht te knopen, heb ik geprobeerd mijn bal weer uit de tas te halen. Terug in de speelgoedmand. Helaas…
De tas met mijn spullen betekent dat ik niet thuis slaap. Vaak wel in mijn eigen bed, maar niet in mijn eigen omgeving. Op zich is dat geen probleem, als baasje dan maar met mij mee gaat. Enig hou vast vind ik namelijk wel prettig. Mijn eigen spullen en mijn eigen baas. Liefst in mijn eigen huis.
Baasje bleef stug inpakken. Voerzakje na voerzakje verdween in de gele tas. Gaan we weer kamperen, dacht ik bij mij zelf. We zijn net terug van een weekje tent in het Brabantse landschap. Baasje liet niets los, vertelde niets, fluisterde niets in mijn oor. Ze haalde wel mijn bed uit elkaar.
Toen de gele tas in de richting van de auto verdween, heb ik mijzelf alvast in de achterbak geparkeerd. Het is baasjes auto, dus als ik er in zit, dan ga ik met haar mee! Baasje gaf mij een kus op de neus terwijl ze de achterklep dicht duwde. Ze stapte niet in de auto, ze gaf de sleutels aan het jongste kind! Wat nu? Ben ik er in getrapt? Ik ga toch niet weg zonder haar?
Terwijl de auto wegreed, zag ik mijn baasje zwaaien naar mij. Mijn wenkbrauwen had ik gefronst. Dit was niet de afspraak, dit was niet de afspraak.
Een week later. De gele tas is uitgepakt en ligt leeg, opgevouwen in de kast. Ik heb een aantal dagen gelogeerd bij de oudste. Daar had de jongste mij heen gebracht. Leuk hoor. Gezellig. Ik vind de oudste echt geweldig maar mijn baasje was niet mee. Dus ik wilde toch naar huis. Na een dag of 5 kwam de jongste mij weer halen. Leuk hoor, gezellig. Ook hij is geweldig. En ik ben weer in mijn eigen huis maar baasje is er nog steeds niet.
Vrienden van de jongste komen en gaan. Het is druk in huis. Ik krijg volop te eten, aandacht en wordt voldoende uit gelaten. Maar baasje is nog steeds niet terug. Mijn maag raakt weer van streek, net als eerder deze week. Ik spuug en heb de spuitpoep, opnieuw. Net als bij de oudste thuis. Want ook al ken ik ze goed, vind ik ze geweldig, oudste en jongste zijn niet mijn baasje. Ik ben van slag.
Dan gaat de voordeur open. Ik hoor een bekende stem. Het zal toch niet? Het kan toch niet waar zijn? Ik vlieg naar de tuin om mijn bal te pakken en duik dan in de armen van mijn baas. Eerst voetballen, baas, in de tuin, op het veld en op het uitlaatterrein en dan. Baasje ploft op de vloer, ik plof op haar. Met de gele tas goed opgeborgen en baasje binnen handbereik, wordt mijn huis, weer een thuis.
1 reactie
Hanneke · 23 augustus 2021 op 15:03
Ach Drop! Wat een spannend verhaal. Ja joh. Soms moet je er gewoon even tussenuit. Zonder je baasje. Dan weet je ook weer, hoe leuk het is om even ergens anders te zijn, ook hoe fijn het is om weer thuis te zijn.
Jij boft! X