Van alle hondensoorten die ik ken, zijn wij, boxers, toch wel de beste billenschudders in de wereld. Bij een begroeting zwaait mijn staart, schudden mijn billen en uiteindelijk sla ik mijzelf in mijn ogen, zo wiebelig sta ik op mijn benen. Als mensen vragen waarom we ons hele lijf bewegen bij een begroeting roept mijn baasje altijd: Een boxer moet je schudden voor gebruik! Dan krijg je het beste resultaat.

Nu schud ik niet alleen bij de begroeting. Ik schud ook nadat ik heb gezwommen. Dat is wel een andersom schudbeweging. Bij het begroeten begint het trillen bij de staart en eindigt bij de kop. Het schudden na het zwemmen start bij de kop en eindigt bij de staart. Echt waar. En het liefst schud ik het water uit mijn vacht als ik binnen een cirkel van een meter van een menspersoon af sta. Dat geeft namelijk het meeste effect. Zo schud ik ook graag mijn lijfje uit als ik binnen ben, in huis. Dan zie je pas echt goed hoe vies ik was.

Ik schud ook graag op mijn rug in de aarde. Een lekker vers hoopje witte of zwarte aarde, ik heb persoonlijk geen voorkeur, nodigt altijd uit tot het draaien en schudden op mijn rug. Van links naar rechts en omgekeerd. Heerlijk duw ik alle modder diep tussen mijn haren, om dat later, thuis, weer op de grond te laten vallen. Zalig toch.

Mijn baasje schudt een stuk minder. Ten eerste zitten haar heupen een beetje vast. Nooit losgezeten ook hoor. Haar danspasjes zijn behoorlijk stijf en uit de maat. Ten tweede is er iets mis met haar motoriek. Hoe vaak ze niet over haar eigen voeten struikelt. Nee, het is beter dat zij niet schudt. Op één uitzondering na, schuddebuiken van het lachen… Dat kan ze als de beste. Maar verder, kan ze beter het schudden aan mij over laten.

Nu zaten we een paar weken terug in een keurig opgeruimd huis. Alles was aan kant want het huis stond in de verkoop. De volgende morgen zou er weer een bezichtiging zijn. Ik lag te snurken in mijn mand. Mijn baasjes hadden net de pannen op de tafel gezet. Aardappeltjes, broccoli en worstjes. Grote baas wilde graag curry bij zijn vlees. Uit de la pakt hij de fles. “Nieuw model? Want hij kan niet op de bodem staan, “mompelt hij nog. De bodem van de fles staat een beetje bol. Baas wipt het dekseltje eraf. De fles is nog ongebruikt. Dus de grote dop moet eraf geschroefd worden om de beschermfolie eraf te halen. “Mmm, de fles voelt wel heel stug aan”. Hij peutert met zijn vingernagel onder de folie. En binnen een seconde een enorme knal. De dop van de fles vliegt tegen mij aan. Ik zit direct rechtop in mijn mand, de curry zit op mijn neus. Mijn baasjes kijken elkaar aan. Ze weten even niet of ze moeten huilen of lachen. De rode smurrie druipt van grote baas zijn bril, spetters op zijn overhemd, op de witte lampen boven de tafel. Het plafond ziet eruit alsof er een moord is gepleegd, grote oranje rode vlekken op het strak wit geverfde eetkamerplafond. Curry druipt ook van de gordijnen, van de keukenkastjes en ligt op de vloer.

Terwijl grote baas zich hardop afvraagt of hij de explosieve opruimingsdienst of de chemische reinigingsdienst moet bellen, is mijn baasje op de eettafel gesprongen om het plafond te schrobben en mompelt ze; “alleen een boxer schudt zich voor gebruik, alle andere dingen moet je met beleid behandelen.”


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *