“Ik hou niet van madammen met een bontjas,

madammen met een bontjas zijn gemeen.

Ik moet niets hebben van madammen met een bontjas.

Tegen madammen met een bontjas zeg ik nee.”

Urbanus knalt uit de boxen door de huiskamer. Mijn baasje blèrt mee met de tekst terwijl ze rondjes draait. Ik grijp mijn baasje met mijn voorpoten vast rond haar middel en hop ook in het rondte. Even samen een dansje doen. Hoe leuk is dat. En hoe gekker mijn baasje doet met haar armen en haar benen hoe meer ik haar wil vasthouden. Ik grijp haar voet, hang in haar broekspijp en stuiter in het rond. Als baasje op de bank ploft, kruip ik bij haar op schoot.

“Wat een bijzonder liedje is dit eigenlijk”, fluistert baasje in mijn oor. “Madammen met een bontjas. In het liedje vilt Urbanus de madam en maakt van haar velletje een handtas, oorbellen en schoenen. Tja, Drop, hoe zou dat zijn als jouw velletje gebruikt zou worden voor een warm jasje?” Mijn baasje aait met haar handen over mijn rug. Het is dat ik haar ken, maar ik zou er bijna bang van worden. Mijn mooie velletje, mijn glanzend zachtharig tapijtje, mijn heerlijk naar baggerbloesem ruikend warme dekentje wat mijn botjes bedekt. Eén ogenblik denk ik dat mijn baasje is veranderd in Cruella de Ville uit de 101 dalmatiersfilm.

“Nee,” zegt ze dan. “Nee, Drop, je bent prachtig zoals je bent en daar mag niemand aanzitten. Maar misschien is het wel een idee om jou een bontjasje te geven. Die je dan aan kan op de club als je moet wachten totdat je aan de beurt bent met behendigheid. Je hebt niet zo veel vetjes en laatst zat je al te trillen. Ik wil natuurlijk niet dat je kou vat.”

Mmmmm, een bontjas voor een boxer… is dat wel nodig? Ik laat mijn gedachten dwalen naar mijn vriendjes. Stuk voor stuk hebben zij hun eigen bontjas aan. Het stevige vachtje van de labrador, waar haar baasje altijd klaagt over de hoeveelheid haren die door het huis dwarrelen. De prachtige krullenvacht van de labradoedelvriendin die met een soort van bladblazer wordt bewerkt om het vocht, zand en takjes uit te krijgen. En natuurlijk denk ik aan Milou, mijn Duitse herder vriendin. Als je het hebt over een bontjas, nou die heeft zij zeker aan. Met een dikke kraag. Dat weet ik, want ik zet met regelmaat mijn tanden er in. Ook weet ik uit ervaring, dat deze madam met een bontjas totaal niet gemeen is. Sterker nog. Nu ze twee nachtjes bij mij heeft geslapen, is ze nog liever geworden. Nee, deze madam met een bontjas mag zeker niet gevild worden om mij warm te houden. Dat doet ze wel op een andere manier.

Baasje zoekt ondertussen op het internet naar geschikte boxerjassen. Ik kruip nog dichter tegen haar aan. Want het klopt, mijn velletje is wel erg dun. In mijn hoofd neurie een nieuwe versie van het Urbanus lied terwijl ik aan mijn vriendinnen denk.

Ik hou veel van madammen in een bontjas

Madammen in een bontjas zijn zo lief

Geef mij maar veel madammen in een bontjas.

Ze zijn mijn allergrootste hartendief


1 reactie

Hanneke · 8 november 2021 op 08:36

Oh Drop! Had ik niet ik stilgestaan dat jij niet een “bontjas” hebt. Nou ik zou zeggen: lekker aantrekken wat het baasje voor je koopt! Bibberen van de kou is echt niks!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *