Ik heb de zomer in mijn bol

Whoohoohoohoo
Alle terrassen zijn weer vol

Whoohoohoohoo
Het strand bezaaid met mensen
Wat valt er nog te wensen
Voor mij begint nu echt de lol

Whoohoohoohoo!

Met de volumeknop op standje burenruzie blèren we samen mee met André Hazes. We zitten in de auto, onderweg naar het strand. Baasje en ik.

Het begon een week of vijf geleden met een appje van het vrouwtje van Donna, de witte herder. “Is Drop op het uitlaatterrein? Mag ik langs komen met Donna aan de riem? Ik vermoed dat ze loops wordt maar weet het niet zeker.” Ik lag ondertussen in de blub te knagen op een stok die ik net veroverd had van Zoë, de andere herder, als Donna komt aanwandelen, inderdaad aan de riem. “Gisteren werd ze zo belaagd door een andere hond, maar ik verwacht haar loopsheid pas over een maandje. Als Drop niet reageert, dan is het loos alarm en was het gewoon een oversekste hond.” Ik zie Donna staan maar ik geef mijn stok meer aandacht. Net veroverd en ik weet hoe fanatiek Donna is met stokken. Als zij die eenmaal te pakken heeft, krijg ik ‘m niet meer terug. Dus ik hou mij gedeisd. “Gooi maar los, die riem” roept mijn baasje naar het vrouwtje van Donna. “Zo te zien loos alarm want Drop heeft totaal geen interesse.” Dan loopt Donna voor mij langs. De wind brengt een geurtje met zich mee. Vol rozen en zonlicht. Met een ruk gaat mijn kop omhoog. De stok valt uit mijn bakkes. In een recordtempo sta ik op mijn vier poten en heb ik mijn natte dopneus onder de billen van Donna gestopt. Nog sneller zijn mijn baasje en het vrouwtje van Donna. Ik word in mijn nekvel gegrepen en Donna weer aan de riem gezet en direct richting de uitgang gebonjourd. “Tot over drie weken Drop, dan is haar loopsheid weer voorbij.”

Voor mij is op dat moment de lente begonnen. Ik voel het kriebelen in mijn buik. Ik ruik de geurtjes buiten, ze dwarrelen langs mij heen en dringen zich diep in mijn neusgaten. Om mijn vlinders in mijn buik tot rust te brengen, probeer ik mijn gevoelens te uiten bij labrador Saar. Hoewel zij mij al jaren leuk vindt, is seks niet echt haar dingetje. Ik sta dan ook al gauw te ‘luchtgitaren’ met mijn lippenstift maar maak geen enkele kans. ‘s Avonds, als het donker wordt, moet mijn rendierknuffel er aan geloven. Alle liefde die ik heb, leef ik uit op het pluche beest. Na drie dagen verdwijnt de knuffel richting de wasmachine. “Echt, Drop, te goor voor worden. Ik snap dat de liefde je dwars zit, maar moet dat nou zo!” moppert mijn baas.

Dus nu zitten we in de Tweety, onze kanariegele auto, op weg naar het strand, samen jolige zomerliedjes te joelen. Het is prachtig weer. “Drop, de beste remedie om lentekriebels weg te krijgen, is om te paraderen over het strand en je af te koelen in de zee”, roept mijn baasje tussen de valse uithalen door.

Het werd een fantastische dag. Als een ware beachboy heb ik mijn gespierde lichaam aan de wereld laten zien. Geen golf te hoog voor deze strandwacht. Gewapend met bal, veel zand, kwijl en een overgrote dosis enthousiasme heb ik de aanwezige dames verteld dat ik beschikbaar was voor een gezellig momentje met z’n twee.

Het heeft uiteindelijk niet geleid tot een spetterende actie. Ik was zo moe van al dat flaneren en paraderen dat ik zelfs niet meer het duin op kon wandelen. We sloten de dag af met een gezellig broodje op het terras, baasje en ik. Mijn kriebels zijn weer even tot bedaren gebracht. Mijn rendierknuffel ligt weer veilig in mijn mandje.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *