Samen met de grote baas op stap want mijn baasje (sommige zeggen ook wel vrouwtje maar dat woord zit in haar allergie, dus noemt ze zichzelf baasje), mijn baasje dus, was druk met andere zaken. Dus wij, de twee mannen, hadden een dagje voor ons zelf. En zoals altijd probeer ik dan een speelgoedje mee te slepen op mijn wandeling. Meestal mag dat niet onder het mom dat ik dan niet met andere honden wil spelen. Ik heb dan echt alleen maar oog voor mijn speeltje. Maar deze keer streek grote baas zijn hand over zijn hart. Dus zo trots als een pauw loop ik de tuin uit met mijn “paarden”bal. Een onverwoestbare Jollybal die vaak te vinden is in de weilanden tussen de paarden.

Ik heb er twee, een iets kleinere, formaat voetbal, in het blauw. De bal is op sterven na dood, want ook al zijn ze onverwoestbaar en bijt ik er mijn tanden op stuk, uiteindelijk kan alles kapot gemaakt worden door de sterke boxerkaken. De rode bal is nog een stukje groter en zwaarder. Beiden hebben een handvat zodat ik er lekker mee kan rondsjouwen. En voor deze mooie wandeling heb ik de rode bal uitgezocht. “Pompidomtiedom” op mijn gemakje struin ik door het dorp richting het industrieterrein. Bal in de bek, staart in hoogste stand. Ieder ander zou een nekhernia krijgen van die zware bal maar ik loop triomfantelijk te zwaaien met het ding. Kijk mij eens lopen!

Bij het industrieterrein aangekomen lopen we samen over een grasstrook. Los (ook mijn baas) Aan de ene kant ligt de sloot en aan de andere kant een soort van dijk. Helemaal begroeit met hoog gras, distels, brandnetels en onkruid. Achter de dijk liggen parkeerplaatsen. Leeg want de bedrijven zijn gesloten. Nu is de lol van de bal dat de baas het ding een zwiepert geeft en ik erachter aan ren om dezelfde bal daarna weer voor zijn voeten te werpen. Mijn baas begrijpt dat, ik heb hem goed getraind.

Het is een prachtige dag, baas in korte broek en ik met mijn tong op mijn voeten. Heuveltje op en heuveltje af. Totdat baas de bal gooit terwijl ik net de andere kant op keek. Ik let even niet op en de bal is de dijk opgegooid en verdwenen in het hoge gras. “Zoek Drop” is het commando en baas strekt zijn arm richting de dijk. Nou kan ik goed zoeken, al zeg ik het zelf. Ik heb namelijk een detectiecursus gedaan, maar deze grote rode bal heeft geen anijsgeur. En het gras met brandnetels en distels staat hoog. Ik schiet van links naar rechts de dijk over. Ik ren van hot naar haar, van boven naar onder maar die bal, ik kom hem niet tegen. Teneinde raad ren ik op de baas af en spring tegen hem op. Help! Blaf ik, want straks loopt hij door en ben ik mijn bal kwijt. Help!

Baas moppert en gromt; “wat ben jij nou voor een speurhond? Vanaf hier zie ik de bal liggen. Kijk naar mijn vinger en volg de lijn en dan zoek, zoek, zoek!” Maar waar ik ook kijk, ik zie geen bal. Ik doe nog een poging en spring opnieuw tegen de baas aan. Help mij nou. Kom op!!

En daar gaat mijn stoere baas, mijn held op sandalen met blote kuitjes en behaarde benen. Met mijn riem maait hij de brandnetels naar beneden. Zijn grote voeten pletten de distels, die achter hem weer keurig opveren en zijn knieholtes kriebelen. Zijn stakerige ledematen worden versierd met bultjes jeuk en ellende. Muggen zoemen om hem heen en de eerste teek heeft zich al genesteld op de rand van zijn korte broek. Baas moppert en scheldt want de bal ligt inderdaad op nog geen twee meter afstand van mij vandaan. Maar serieus, ik had het echt niet gezien… En omdat hij de bal had gevonden, mocht hij hem ook van mij pakken. Dus nu zaten zijn armen ook nog eens onder de prikkels. En zijn humeur ook 😉

Baas heeft nog lang nagenoten van de wandeling…


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *