Het leek in eerste instantie nog wel mee te vallen. “Vast contract” riep het baasje. “We kunnen wel tegen een stootje” zei de grote baas, maar zo langzamerhand is de noodzaak om te bezuinigen op gas ook toegeslagen in Huize Droppie. “Sta niet zo lang onder de douche. Je hoeft toch niet elke dag je haar te wassen?” was het veel gehoorde commentaar bij mij thuis en ik dacht, doe als ik. Elke dag een duik in de sloot geeft je een lekker wakker gevoel. Een beetje Odeur de Blub maakt je ook nog okselfris. Daarbij is modder goed voor een strak huidje en sommige mensen (ik noem geen namen) maar sommige mensen in dit huis zouden wel een strakker huidje kunnen gebruiken. Maar nee hoor, ze willen een warme douche, met lavendel en kokosgeurtje. Volgens mij moeten ze nodig eens een kokosnoot op hun hoofd krijgen.

Enfin, naast korter douchen ging ook de thermostaat een graadje lager. Nou ben ik geen liefhebber van warm weer maar binnen in huis heb ik toch graag behaaglijk. Met mijn voorkeur voor een afgetraind lichaam heb ik weinig vetjes en mijn korte haren houden mij ook niet bepaald warm. De kachel lager zetten …. mmmm is dat nou wel zo’n goed idee?

Ik slaap op een stretcher, lekker van de grond af zodat ik niet op de tocht lig. En op de stretcher ligt een dik kleed. Nu heeft baasje er ook nog een dekentje bij gelegd. Een paar keer per dag stopt ze mij in zodat alleen mijn neusje nog zichtbaar is. Heerlijk warm. Maar mijn medehuisgenoten kunnen niet de hele dag onder een dekentje liggen. Zij zitten aan de tafel te tikken op die zwarte knoppendoos. Dus wordt nu ook overdag de houtkachel aangestoken. Zodat de temperatuur in huis weer heerlijk op “ik zit de hele dag op mijn krent naar een beeldscherm te staren” niveau komt.

‘s Ochtends om 8 uur is mijn baas al in de weer met houtblokken. Kloven, verzamelen, naar binnen brengen en stoken. Ik ben er als de kippen bij om op mijn rug met mijn kont richting de haard mijn balletje te laten schroeien. Heerlijk vind ik dat, zo’n warme lucht over mijn dijtjes. Ik geniet echt van de warmte en het vuur.

Om mee te werken aan de voorraad hout, breng ik tegenwoordig elke dag stokken mee naar huis. Kleintjes, grote, dikke , dunne, allerlei soorten en maten. Halve boomstammen soms. “Dat is lief van je Drop,”zegt mijn baasje “Maar dit is nat hout, dit brand nog niet. Dit moet eerst nog een paar weken drogen in de schuur voordat we het kunnen stoken.” En ik zie de voorraad droog hout zienderogen slinken. Ojee, straks kan de kachel niet meer aan.

De oplossing lag aan het einde van de straat. Ik liep met mijn baasje een rondje om. Aan het einde van de straat stopte een auto op de oprit. Uit de auto stapte een gezin. “Hé Droppie, jij hier? Kom maar even knuffelen”. Het zijn bekenden van mij die op bezoek komen bij hun opa. Ik hol van het ene gezinslid naar de andere. En als de opa de voordeur open doet, hol ik achter het gezin aan mee naar binnen. Mijn baasje op de stoep achterlatend om een praatje te maken. Ik check de keuken op volle voerbakken, maar helaas, deze opa heeft geen hond meer. Ik check de gang op speelgoed, balletjes of een flostouw maar ook hier heb ik pech. Dan kom ik in de woonkamer. Opa heeft een kachel branden, bijna net zo één als die van ons. En naast die kachel ligt hout. Veel hout, goed doorgedroogd hout. Ik snuffel, kijk en inspecteer. Ruk dan het dikste blok uit de houtstapel en loop er trots mee naar buiten. Het stuk hout knal ik op de tenen van mijn baas. Ik kijk haar aan met vragen de ogen. Droog genoeg, dit hout? En ik hol weer naar binnen om het volgende stuk te pakken.

Omdat niet alles tegelijkertijd in mijn bek paste, heb ik maar één stuk mee naar huis kunnen nemen om het direct in de kachel te zien fikken.

Bij elke wandeling kijk ik nu even of deze opa thuis is en toevallig zijn voordeur heeft open staan. Ik kijk in zijn voortuin onder de grote stenen of daar misschien een reservesleutel ligt. Als de poort open staat, loop ik de achtertuin binnen want wie weet kom ik via de keukendeur wel bij de houtvoorraad. Ik heb het goede hout ontdekt en ben toch echt van plan om dat blokje voor blokje in onze eigen kachel te gooien. Laat de winter maar komen.


1 reactie

Hans · 5 maart 2023 op 12:04

mooi verhaal en herkenbaar. Tip voor de baasjes: laat het hout buiten drogen met alleen een dakje, droogt het door de wind van binnen beter en sneller. een beetje bat aan de buitenkant is niet erg.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *