Hiep Hiep Hoera. Leve de Koning. Mijn baasje staat al om half acht ‘s ochtends buiten met een vlag te wapperen. Met één been op een krukje en het andere been gevaarlijk wiebelend in de lucht schuift ze de vlaggenstok in de houder. Ik schud mijn hoofd nog een keer en kijk naar de riem. Koning of geen Koning, ik wil uit.

Op de terugweg van het uitlaatterrein rijden de buurtkinderen door de straat met lege blikjes aan de fiets. Ik schrik mij een hoedje en ga prompt op mijn kont zitten. Wat een herrie op de vroege ochtend. Is dit wat de Koning leuk vindt?

Na mijn ontbijt en vaste ochtendtukkie, komt mijn baasje naar beneden in een veel te strak knal oranje t-shirt. Het ziet er niet uit. “Het is het enige oranje kledingstuk wat ik kon vinden Drop. Waar ik zelf nog in pas, bedoel ik.” De naden staan op spanning. Laten we zeggen, het t-shirtje accentueert haar ronde taille extra goed. Erin passen is een te groot woord voor de manier waarop ze zich in het shirtje heeft gewurmd. “Ik heb voor jou ook een shirt uit de kast gehaald”, zegt mijn baasje. En daar komt een oranje volleybalshirt van één van de mensenpuppies tevoorschijn. Mijn voorpoten worden in de armsgaten gepropt. Mijn kop past net door de halsopening. Rond mijn strakke buik fladdert een overschot aan oranje stof. “Ach, dat lossen we wel op met een touwtje of een elastiekje.” Eeuwige optimist, dat baasje van mij.

En niet veel later stappen wij, als Jut en Juul de straat op. Leve de Koning! In het dorp aangekomen is het hele plein bezaaid met speelgoed, huisraad, mensen, kinderen en kleedjes. Het is gezellig druk. Veel kinderen kennen mij en roepen mijn naam. Anderen kijken naar mij vanwege mijn oranje t-shirt. Ik laat de aaitjes, de knuffels en de omhelzingen over mij heen komen. Gezellig, al die aandacht. Bij het stenen bankje voor de winkels gaan baasje en ik zitten kijken. Dan zegt mijn baasje: “Tja Drop, eigenlijk had ik jou op een kleedje moeten zetten, gewoon tussen de kinderen, met een bordje erbij. Een aai 50 cent, een kus van Drop een euro en een omhelzing met knuffel, één euro 50. We zouden veel geld hebben opgehaald Drop. We zouden schat hemeltje rijk zijn geworden elke keer als er van die kleverige handjes aan je nekvel willen zitten.

Terwijl mijn baasje mijmert over het schip met geld wat binnen komt varen als ze mij gaat inzetten voor het vullen van haar portemonnee, knuffel ik nog een kindje. Gratis, voor niks, omdat ik het leuk vind. Voor liefde laat je toch niet betalen? Als ik op mijn rug lig en er krabbelt een kindje over mijn buikje, komt er een briljant plan in mij op.

Ik ga mijn baasje te koop zetten. Ze past perfect op een kleedje. Ze is net als alle andere spullen tweedehands, al eerder gebruikt. Hoe zeggen ze dat ook al weer bij auto’s? Ze is altijd een oud vrouwtje geweest en heeft altijd binnen gestaan? Hoe mooi kan je het krijgen? En met het geld wat ik verdien, koop ik wel honderd ijsjes. En al die ijsjes geef ik aan de kinderen in de straat. Zodat ik na afloop al die ijshandjes van de kinderen kan aflikken, en hun snoetjes, hun oren, hun neus. Gewoon, gratis, omdat ik kinderen zo leuk vind.

Ja,ik zet mijn baasje te koop. Wie biedt? Eenmaal. Andermaal. Verkocht?


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *