Nu ik de puberteit een beetje ben ontgroeid, is het tijd voor serieuze zaken. Tenslotte word ik al drie jaar deze zomer. Ik heb daarom besloten om te gaan studeren aan de universiteit voor diergeneeskunde. Nee, geen pleisters plakken of pootjes gipsen. Ik wil de psyche bestuderen. De geest, de ziel van de boxer. Ik word doctorandus in de hondenpsychologie.

Voor mijn afstudeerscriptie heb ik het volgende onderwerp bedacht: Wordt een boxer alleen gedefinieerd door de uiterlijke kenmerken of zijn het juist de karaktertrekken die een boxer een boxer maken? Want ja, elke boxer is een hond maar niet elke hond is een boxer.

Natuurlijk is een boxer op uiterlijke kenmerken duidelijk te onderscheiden. De grote borstkas en de kortere neus is natuurlijk een onderdeel waar men niet om heen kan, maar toch, toch heb ik het gevoel dat een echte boxer niet alleen bestaat uit een gekleurd velletje met hangwangen en een onderbeet. Nee, een echte boxer heeft een karakter wat duidelijk anders is dan andere honden. Want waarom zou je anders gemengde hondenclubs hebben en daarnaast boxerverenigingen? Dat laatste zou natuurlijk overbodig zijn als het alleen om het uiterlijk zou gaan.

Om te kijken of ik op de goede weg zit met mijn gedachten, heb ik de volgende test bedacht. Mijn vraag aan jullie, lezers van mijn blog, om de test te doen. Heb je op 90% van de vragen ja geantwoord, dan ben je hoogstwaarschijnlijk een boxer. Komen sommige vragen je bijzonder vreemd voor, dan ben je bijna vanzelfsprekend een chiwawa, een shih tzu of een tekkel.

* Ik ben nooit te moe voor een wandeling of een spelletje.

* Mijn staart draait als een propeller als ik je leuk vind en ik vind eigenlijk iedereen leuk.

* Bij het spelen gooi ik graag mijn kont en mijn charmes in de strijd

* Ik ben een ballengek, heb minstens drie soorten ballen in mijn speelgoedmand.

* Ik slaap het liefst op mijn rug, mijn achterpoten wijd zodat de boel kan luchten.

* Mijn gezicht spreekt boekdelen. Al mijn emoties zijn af te lezen van mijn mooie snoetje.

* Ik kan zo hard snurken dat de buren van drie huizen verder hun radio harder moeten zetten.

* Ik hou graag mijn baasje in het oog, daarom ga ik mee naar het toilet en de badkamer.

* Tot de laatste dag van mijn leven blijf ik enthousiast aan het werk voor mijn baas.

* Mijn gevoel voor humor is ongeëvenaard. Ik geniet zelf het meest van mijn eigen grappen.

Dus… kan je ‘ja’ zeggen op alle tien de vragen, dan ben je zeker een boxer. Heb je acht of negen ja’s, zoek dan vaker een soortgenoot op om je gedrag bij te spijkeren. Heb je minder dan acht keer een ja, tja, misschien kan je baasje dan een boxer erbij nemen, zodat je zeker weet dat je heel veel lol in je leven gaat hebben. Want zeg nou zelf, zijn wij niet de clowns onder de honden?

Ik denk dat het met mijn studie wel goed gaat komen. Want optimisme is zeker ook een karaktertrek van de boxer, toch?


1 reactie

Hanneke · 10 april 2022 op 14:41

Tja…niet veel ja’s ben ik bang. Geen boxer dus.. geen hazewind. Geen teckel. Misschien meer een Loebas uit de DD. Maar misschien ben ik wel gewoon geen hond.
Je ziet er patent uit met die baret! Je komt er wel prof Drop.

Laat een antwoord achter aan Hanneke Reactie annuleren

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *