Op het moment dat ik het parkeerterrein op rij, gaan zijn oren al naar voren. Hij zit rechtop in de auto. Zijn neus gaat omhoog. Klaar voor de actie. Ik heb de auto nog niet geparkeerd of Drop begint al ongedurig in de auto heen en weer te lopen. “Schiet toch op, baas, schiet toch op.” Ik hoor het hem denken. Bij het openen van de deur, duwt de hond zijn neus al door de kier. Ik kan nog net zijn riem grijpen voordat hij uit de auto springt. Al glippend en glijdend kom ik tot stilstand bij het hek. Mijn hand strak om de lijn. Droppies voorpoot is vakkundig in het poortje gehaakt. Hij trekt zijn poot en dus ook de poort naar zich toe. En nog een keer en nog een keer. Ram, ram, ram. Doe open de poort. Zijn hele lijf geeft aan dat hij naar binnen wil, het trainingsveld op. Want daar gebeurt de actie.

Ik heb een haat/liefde verhouding met de behendigheidstrainingen. Ik wilde zo graag met mijn boxers mee doen aan behendigheid. Het leek mij zo leuk om een band met mijn boxer op te bouwen terwijl we samen aan het sporten waren. Maar het mocht nooit zo zijn. Arie parkeerde zijn billen op de schutting en was niet vooruit te branden. Toby liep dwars door de hindernissen heen, veel te groot en te lomp om te springen en BoRies verschool zich in de tunnel. Hoe vaak ik daar niet op mijn buik in heb gelegen om mijn hond euit te halen… Ook geen succes dus. Maar Drop, mijn kleine spring in het veld, vindt het geweldig. Hij is niet te houden. Staat te stuiteren op het parkeerterrein en blaft de wereld bij elkaar om aan te geven dat het nu toch echt zijn beurt is.

En dan mag hij het veld op. Met rare bokkesprongen vliegt hij van hindernis naar hindernis. Even snuffelen, even verkennen en eventjes de tunnel door rennen. Dan meldt hij zich bij mij en gaat hij keurig naast mij zitten. “We oefenen de kattenloop vandaag” zegt de trainsters enthousiast. “Het is belangrijk dat hij de raakvlakken, de witte op- en afloop van de plank goed raakt. Daarom leg ik bij het uiteinde een target neer. Een klein plastic schijfje waarop Drop dan een koekje krijgt. “ Ik moedig Droppie aan om rustig over de plank te lopen. De kattenloop staat nog laag, zodat hij zich niet kan bezeren als hij er per ongeluk af valt. Voordat ik met mijn ogen knipper, staat Drop al aan de overkant. “Touch” roep ik snel, voordat zijn neus al automatisch naar beneden gaat en het koekje van de target eet. “Nog een keer, en dan wel meelopen” zegt de trainster. Je hebt een snelle hond dus niet treuzenlen want dan is hij al weg. Ik draai mij om en Drop vliegt al weer over de kattenloop. “Touch” roep ik weer terwijl hij smakkend het koekje wegwerkt.

En dan begint het kwartje te vallen. Drop rent naar het begin van de kattenloop. Zonder aansporing loopt hij er over heen. Dan buigt hij zich over de target waar net nog een snoepje op lag. Hij bedenkt zich geen moment en raapt de target op. Met het fel roze plastic schijfje in zijn bek rent hij het veld over. Hoe zo hindernissen nemen? Hoe zo doen wat de baas zegt? Als ik de target maar heb, dan komen de koekjes toch vanzelf?

Na drie ere rondjes, een target vol kwijl en een hyperactieve boxer, druip ik het veld weer af. “Laat hem maar even afkoelen”, zegt de trainster. “En Drop, ze kijkt mijn stuiterbal in de ogen” Drop, laat jij je slimheid maar in de auto liggen. Er komen echt geen koekjes vanzelf op de target als je er zelf mee rond rent.”


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *