Heel erg waaks ben ik niet. Ik blaf niet als de deurbel gaat en kom je via de achterdeur, dan begroet ik je uitbundig met het schudden van mijn kont, maar blaffen, nee. Ik kan wel blaffen, vooral als de grote baas thuis komt. Als hij de sleutel in de voordeur stopt, dan gaat bij mij het alarm af. “Handig, Droppie”, zegt mijn baasje altijd, “zo weet ik precies wanneer ik mijn vriend in de kast moet stoppen, want jij blaf alleen als mijn echtgenoot binnen komt.” Ook buiten in de tuin ben ik eigenlijk heel sociaal. Al mijn vriendinnen mogen binnen komen. Ik deel mijn speelgoed en mijn drinkbak en met een beetje pech wil ik ook nog met je stoeien. Komen er kinderen langs het hek, dan kwispel ik en begroet ik, maar blaffen, nee nu ook niet. Ik ben gewoon niet zo waaks en niet zo territoriaal.

Een enkele keer komt er een hond langs die ik niet zo leuk vind. Oké, dan schiet ik even uit mijn slof maar dat stopt ook weer heel snel. Baasje wil het namelijk niet hebben. “Staat zo ordinair, Drop, dat geblaf aan het hek. Zo zijn wij niet.” En dan hou ik maar weer mijn mond.

Kom ik in het bos een hond tegen die ik niet zo leuk vind, geen probleem, ik loop er voor weg, ik loop er om heen of ik ga plat op de grond liggen. Hebben mijn vriendinnen ruzie onderling, ik laat het ze lekker uitvechten en bemoei mij nergens mee.

Als je dit nu zo leest, moet je niet denken dat ik een watje ben, niets durf, geen grote mond heb of niet voor mij zelf kan opkomen. Want ik heb ook een andere kant. Een stukje persoonlijkheid die niet zo vaak naar boven komt, maar er wel degelijk is. Een voorbeeldje: op het uitlaatterrein waar ik elke morgen kom, loopt ook een enorme zwarte labrador reu, genaamd Big Mac. Big Mac is een springerig type, over enthousiast en lekker lomp. Mijn baasje draait steevast haar rug naar Big Mac toe om te voorkomen dat de hond haar helemaal platwalst. Geen oogcontact lijkt het beste te werken. Big Mac komen we regelmatig tegen. Ik los, hij los. Met enige afstand ertussen gaat het redelijk. Big Mac zit namelijk in mijn irritatiezone. Hij is een concurrent. Mijn meiden vinden hem ook leuk, bieden zich aan en bedelen om kusjes. En ik vind dat moeilijk te verkroppen. Het zijn mijn vriendinnen, mijn teefjes en die deel ik gewoon niet graag met andere reuen.

Met een stilzwijgende afspraak passeren de baasjes elkaar op het uitlaatterrein. Big Mac los, ik los en zo lang er voldoende ruimte is en de baasjes niet stil gaan staan om te kletsen, kan ik het nog hanteren. Soms krijg ik al een waarschuwing vooraf van de baas. “Hou je in, Drop. Wees lief, niet brommen. Hij doet je niets.” En dan sjok ik verder met een bolle rug en dikke strepen in mijn vacht.

Van de week bracht ik net Saartje naar huis. Mijn allerliefste vriendin. Samen liepen we over de stoep. Ik voorop, dan mijn baasje, dan het baasje van Saar en dan Saartje zelf, de bezemwagen. De stoep werd wat krapjes, een hoge schutting aan de ene kant en dichtgegroeid struikgewas aan de andere kant. En daar kwam om de hoek, je raadt het al, Big Mac. Los, met zijn baasje achter hem aan. Vlug gooit mijn baasje mijn riem los met het idee dat ik mijn eigen weg dan kan kiezen. Dat ik kan weglopen als ik daar behoefte aan zou hebben. Maar ik bedacht mij geen seconde. Daar, in het nauwe steegje, klemvast tussen Big Mac voor mijn neus en Saartje achter mij aan, dacht ik dat de beste verdediging de aanval zou zijn. Voordat mijn baasje met haar ogen kon knipperen, walsde ik met een hoop gebrom en gedoe over Big Mac heen. Geen schroom, geen wegloperij, geen platligactie of andere gedoe. Nee, gewoon een rechtstreekse confrontatie die ik niet uit de weg ging. Sterker nog, ik begon. Ik gaf een grote mond.

Nou had ik niet op mijn baasje gerekend. Zij heeft pas echt een grote waffel. De brul die uit haar lijfje kwam, liet mijn bloed bibberen. Zij moet in haar vorige leven een viswijf zijn geweest. Wat een stemgeluid. Ik schoot van Big Mac af, liet hem passeren, liet hem een kusje geven aan Saartje. En de hele weg naar huis heb ik mijn verontschuldigingen aangeboden aan mijn baasje. Ik zal het nooit meer doen. Schreeuw je dan niet meer tegen mij???


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *