“Kom Drop, het is je laatste vakantiedag. Laten we wat leuks gaan doen”. Dus zit ik even later in de achterbak van de auto. Voorin mijn twee baasjes. In mijn gedachte gaan we naar het bos of het strand. Hei is ook leuk. Ik ben overal voor in. Denk ik…

Niet veel later gaat de achterbak open. Ik ruik bos wat niet zo vreemd is want de parkeerplaats wordt omringd door bomen. Staart omhoog en gaan met die banaan. Mijn lijfje swingt en huppelt voor mijn baasjes uit. We zijn niet de enigen, merk ik. Heel veel auto’s en bussen en dus ook heel veel mensen en kinderen. Ik volg de stoet van de parkeerplaatsen af richting een groot gebouw. “In de rij, Drop. Eerst een kaartje kopen,” roept mijn baasje. Bij mij stijgt de opwinding, de mensen, de drukte maar vooral de geurtjes. Ik ruik van alles en alles is vreemd. Op het moment dat mijn baasje de toegangskaarten krijgt, kwak ik mijn ontbijt eruit. Ja, het feestje kan beginnen, Droppie is binnen.

Na de nodige opruimacties van mijn baasje, wandelen we gedrieën het park binnen. Het eerste wat ik zie is een beer, om specifiek te zijn, een brilbeer. Ik had er nog nooit van gehoord, laat staan één gezien, maar deze beer heeft zeker geen brilletje nodig om mij te zien. Zodra ik in beeld ben, achter een glazen wand, komt brilbeer 1 en in zijn kielzog brilbeer 2 naar mij toe. Ik doe alvast een stapje achteruit en ga achter mijn baasje staan. Geen idee hoe dik die glazen wand is, maar ik wil het risico niet nemen om achterna gezeten te worden door joekels van bontjassen. Met mijn staart tussen mijn benen, trek ik mijn baasjes verder het park in. De geuren van onbekende dieren geeft mij een gevoel van gevaar. Achter elk hekje zit wel een roofdier die verlekkerd naar mij kijkt en er voor zorgt dat ik in een hapklaar brokje verander. Van de spanning durf ik zelfs mijn poot niet meer op te tillen om te plassen. Als een meisje zak ik door mijn achterpoten. Zo bescherm ik in ieder geval mijn kleine friemel voor aanvallen van buitenaf.

Bij de apen aangekomen, staan we opnieuw voor een glazen wand. Op mijn gemakje sta ik te kijken. Best leuk, die aapjes, denk ik nog bij mij zelf. Grote, kleine, jong en oud, het zijn net mensen. En mensen vind ik leuk. Totdat een grote groep puberapen mij in het oog krijgt. Met een oorverdovende strijdkreet schieten ze op mij af. Ze rammen op de ramen. Van schrik schiet ik in mijn achteruit, een oerbrom rolt van binnenin mijn bekkie uit. Nee, wij worden geen vriendjes en met veel bromgeluiden en een dikke streep op mijn rug schuifel ik weg. Tot nu toe vind ik dit park, deze dierentuin nog niet echt een succes.

Wat wel heel leuk is, is alle aandacht die ik krijg van de kinderen in het park. Omdat de beesten alleen vanaf een afstandje te bekijken zijn, achter glas of tralies, ben ik één van de weinige dieren die wel aaibaar en dichtbij is. Om de haverklap wordt er gevraagd, “Mag ik even?” en dan komen er weer van die garnalenvingers door mijn vachtje woelen, wordt er een peuterneusje achter mijn oren geduwd en worden kleverige ijsvingers over mijn kontje gestreken. Mmmm, heerlijk. Ik geniet van de aandacht. Ik deel mijn kwijl weelderig met krullebolletjes en kleuters met sproeten. Elk kind wat in mijn buurt komt, gebruik ik als servet, want mijn kwijl zakt snel uit mijn wangen met al die geurtjes van beesten vermengd met verse patat en ijsjes.

“Kijk maar uit Drop, als iedereen jou zo leuk vindt, word je straks gehouden als attractie. Dan word je ook in een hokje gestopt met een bordje erbij; Zeldzaam lieve boxer, komt alleen voor in de dierentuin van Amersfoort. Mag geaaid en gevoerd worden. Heeft een voorkeur voor kinderhandjes en oren waar pindakaas achter geplakt zit.”

Ik zet stevig de pas in richting de uitgang. Naar huis, naar huis! Het draaihek bij de uitgang geeft nog even de nodige complicaties. Hoe werkt zo’n ding? Zit ik straks echt voor altijd in de dierentuin vast? Met een zucht van opluchting sta ik eindelijk op de parkeerplaats. Ik pies alle spanning van mij af. Volgende keer gewoon weer naar het strand, baasje. Lijkt mij een goed plan.


1 reactie

Hans · 31 juli 2023 op 20:06

ik leef mee met Drop. kan me zo indenken hoe overweldigend al die luchtjes zijn. Sterkte Dop!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *