Aan het eind van de straat waarin ik woon, staat een huis. En in dat huis wonen mensen met lange witte jassen. Mijn vrouwtje draagt elke keer iets anders, maar deze mensen dragen altijd een lange witte jas. Iedereen is welkom in dat huis. Honden natuurlijk, maar ook katten, cavia’s, vogels, het maakt niet uit. Als de deur open staat, mag je naar binnen. Ik kom er ook graag want het is een plek vol koek en snoepjes. Vanavond gaan we samen, baasje en ik. Ik wiebel de wachtkamer in en het eerste koekje verdwijnt al in mijn bakkes. Gekregen van een Witjas achter een balie. Jammie. De deur naar de andere kamer is nog dicht. Ik hoor allerlei geluidjes van een kat terwijl ik op mijn gat zit te wachten. Achter die deur namelijk, is de behandelkamer. Daar mag ik de dame of heer in een witte lange jas behandelen, zoals ik denk dat goed is. Ze hebben daar zelfs een tafel die omhoog kan zodat ik nog beter, zonder te springen of te rekken, het oor kan opeten van de Witjas.
Als het mijn beurt is om te knuffelen, schiet ik de kamer in. Ik zet direct mijn billen op een rechthoekige plaat. Altijd goed voor twee koekjes. Mijn baasje mompelt in haar zelf dat ik maar 2 ons ben aangekomen. Tja, kon ze dat maar van zichzelf zeggen, denk ik dan, terwijl ik naar haar billen kijk. Ik kan het ook niet helpen dat ik zo beweeglijk ben, waardoor ik wel goed eet, maar geen kilootje aankom.
Dan neem ik een sprong op de tafel en omhels de Witjas. Lik haar oren, haar neus, snuif haar oksels terwijl ze het gesprek aan gaat met mijn baas. “Ik zie het al,”zegt Witjas. “Hij heeft bulten tussen zijn tenen. Die horen daar niet. Heeft hij er last van?” “Het is een boxer,” hoor ik mijn baas zeggen, “die geeft nooit pijn aan, maar ik denk wel dat het hem zeer doet.” Ik denk bij mijzelf, dat heeft ze goed ingeschat. Tuurlijk doen die rare bulten zeer, maar dat laat ik niet merken. Ik ben namelijk stoer.
Terwijl ik door ga met snuffelen, likken en beslijmen, duwt de Witjas op mijn poot. In een reflex trek ik ‘m weg en ram mijn baasje ermee in het gezicht. Oeps, sorry, dat was niet de bedoeling, baas. Maar voordat ik besef waar ze mee bezig zijn, komt er een koekje voorbij. Mmmm lekker… En nog een koekje en nog een koekje. Ik hoor mijn baasje in de verte zeggen dat er rood bloed in de bulten zit. Blijkbaar wil de Witjas het zeker weten. Terwijl de koekjes met regelmaat aangevoerd worden, prikt er iemand in mijn poot. Auw! Ik kijk naar beneden. Over mijn mooie witte sok sijpelt rood bloed. Baasje zei het al, daarvoor had die Witjas niet in mijn pootje hoeven prikken. Want wat had ze dan gedacht; groen, blauw? Ik ben dan wel kleurenblind maar het ziet er voor mij hetzelfde uit als altijd. Voordat ik verder nog iets kan bedenken, komt er weer een koekje voorbij. Ik lik de kruimels en hengel mijn eigen kwijl weer naar binnen. Op de achtergrond hoor ik de twee mensen praten. Iets over allergisch, ontsteking, grasaren en oplossingen zoals wegsnijden, pillen en voer. Wacht even, zei er iemand voer? Ik steek mijn neus diep in de zakken van de Witjas. Waar zijn die koekjes toch gebleven?
Als de tafel weer omlaag gaat, kijk ik nogmaals naar mijn poot. Mooi rood is niet lelijk, terwijl ik naar de vlekken kijk op mijn witte sok. Ik zal ook een beetje rood bloed hier laten. Deze kamer kan wel wat kleur gebruiken. Dus ik schud mijn lijf en spring tegen de Witjas op. Kwijl hangt inmiddels aan het toetsenbord op kast en de rode bloedspatten maken een prachtig patroon op de onderrand van de witte jas. Yeah, The Drop was here! En dat zullen ze weten ook.
Terwijl we het kamertje uitlopen, krijgt mijn baasje een zakje met witte rondjes mee. Ik biets nog een laatste koekje van een Witjas. Jammie. Lekker.
En ik denk, toch wel zielig voor mijn baasje dat zij geen koekjes krijgt, ik hoop voor haar dat zij die witte dingen lekker gaat vinden.
Wordt vervolgd…
1 reactie
hanneke · 19 april 2021 op 14:57
och heer… sorry Drop en Sas, maar ik heb erg moeten lachen. ik wist helemaal niet dat de witjassen koekjes uitdelen. afijn, hoef ik ook niet te weten. Ook niet goed voor mij. Maar je moet wel zeggen dat je pijn hebt, hoor Drop. Anders liggen straks je tenen er af en heb je helemaal geen mooie witte sokken meer. Dus netjes die witte dingetjes eten.