Zie je mij?
Mijn baasje zit vaak op haar gat. Op de keukenstoel om naar het zwarte kastje te staren of op het krukje bij de draaischijf in haar pottenbakatelier. Werken, noemt ze dat. Ik heb het er wel vaker over gehad. Ik heb toch hele andere ideeën bij het woord werk. Gewoon een beroep waar je iets doet. Waar je je handen of poten uit de mouwen steekt. Dat doet mijn baasje gelukkig wel in haar klei-atelier maar merendeel van haar werktijd brengt ze toch echt achter de computer door.
Mijn werk is heel duidelijk. Ik waak voor mijn baas. Ik heb dat echt tot een kunst verheven. Nee, mij betrap je niet op slapen tijdens mijn dienst. Ik ben waakzaam en alert. Als mijn baasje terug komt van boodschappen doen, zit ik bij het voorraam. Of ze nu met de fiets, lopend of met de auto komt, ik wacht op haar bij het voorraam. Of ze vijf minuten, 3 uur of een hele dag weg is, ik zit bij het voorraam. Dat is pas werk en ik ben er goed in.
Terug naar mijn baas en haar “werk”. Vaak kletst ze je de oren van het hoofd, mijn baasje. Dat is haar beroep, kletsen en zitten. Zo ook deze dinsdagmiddag. Het zwarte gevaarte staat opengeklapt op tafel. Mijn baasje zit weer op haar praatstoel. Aan de andere kant van het scherm zitten nog drie dames. Geen idee waar ze het over hebben. Ik ben eerlijk gezegd ook niet zo geïnteresseerd. Totdat ik toch wat dichterbij kom en mijn ogen over het scherm laat dwalen. Ik zie de dames aan de andere kant van het scherm. Eentje ken ik wel redelijk. Zij houdt ook van honden. Sterker nog, zij was degene die zij dat ik wel een kantoorhond mocht worden toen ik nog een klein Droppietje was. Ja, ik mag die dame wel. Ik kijk nog eens naar het beeldscherm en zie bij diezelfde dame een kat in beeld lopen. Zo over haar toetsenbord, met haar staart een snor makend in het gezicht van de dame. De dame pakt de kat op en zet haar op de grond. Het gesprek gaat verder. De kat komt terug. Opnieuw loopt het harige beest over het toetsenbord in het beeld te paraderen. En weer wordt de kat opgepakt en op de grond gezet.
Ik knipper met mijn ogen en ja hoor, poging nummer drie van de kat om aandacht te krijgen van haar baasje. Weet die kat dan echt niet dat haar baasje eigenlijk een hondenliefhebster is? Ze wordt toch niet voor niets steeds op de grond gezet? Hardleers is de kat. Als voor de vierde keer de kat in beeld verschijnt, ben ik het zat. Met een sprong zit ik bij mijn baas op schoot. Ik kijk naar het beeldscherm. Ik wacht tot de kat haar koppie omdraait naar de camera…
Woef, uit volle borst uit ik een stoere blaf, terwijl ik staar in de camera. Woef, dat zal je leren om steeds weer op schoot te klimmen van deze dame. De rug van de kat gaat omhoog, de pootjes komen los van het toetsenbord. De ogen worden groot. Ze staart naar mij, die kat, ze staart mij aan door het zwarte kastje heen. Ik haal nog één keer diep adem, woef!
Mijn baasje tilt mij van haar schoot af. “Zo kan ik toch niet werken, Drop”. Ik ben lichtelijk verontwaardigd. Ik heb er juist voor gezorgd dat ze wel kan werken, want de kat, die is in geen velden of wegen meer te zien. Opgeruimd staat netjes. Ik heb mijn klus weer geklaard.
O ja, ik ben in te huren, voor drie kluiven en een worst pas ik een dagje op je huis of op je computer. Kusjes zijn gratis evenals het kwijl wat ik achter laat. Bel mijn baas voor een afspraak.
1 reactie
Hanneke · 15 november 2021 op 11:45
Geweldig Drop! Maar weet je? Als je van honden houdt, kan je ook van katten houden. Ze doen ongeveer hetzelfde als jij: werken voor de baas. Die kat zal vast vanaf een andere stoel werken na jouw blaf.
Dus undercover als dat zwarte ding weer aanstaat Drop!