Ode aan de boxerbil
“Mooie boxer” roept men regelmatig als ik met Droppie aan de wandel ben. En dan gaat het om zijn gestroomde velletje, zijn vrolijke snoet of zijn gespierde lijf. Maar weet je wat ik nou het mooiste, echt het allermooiste vind aan mijn boxer? Zijn billen. Ik kan er uren naar kijken. Ze fascineren mij, die ronde, gespierde, zachte maar o zo stevige bilpartij van mijn boxer.
Drop heeft een soort van Charlie Chaplin loopje, waarbij hij zijn billen extra kan laten bewegen. Het maakt mij altijd aan het glimlachen als ik naar hem kijk terwijl hij heupwiegend door het leven waggelt.
Zijn billen zijn ook uitermate nuttig. Hij gooit ze in de strijd om zijn vrienden en vriendinnen tot spelen te krijgen. Met een hupsje en een duwtje, ramt hij zijn maatjes. Het is een soort van tikkertje, maar dan met zijn achterste. En het werkt altijd, nou ja, bijna altijd. En mocht zijn danspartner niet onder de indruk zijn, dan gooit hij er nog een schepje boven op. Drop komt dan los van de grond en in de lucht draait hij zijn bevallige bips en parkeert hij zijn zitvlak op de rug van de andere hond. De grootste vriend heeft hij daarmee in de bosjes gewerkt.
Aan zijn billen is ook af te lezen of Drop blij is, gefrustreerd, niet zo lekker is of ronduit strontvervelend. Zijn staart is de beste indicator voor zijn humeur. Draait zijn staart met 100 slagen per seconde, dan lijken zijn billen bijna op te stijgen van vreugde. Als Drop dingen niet voor elkaar krijgt, bijvoorbeeld een denkspelletje wat hij moet oplossen om een koekje te krijgen, dan parkeert hij zijn billen achter mijn knieën. Hij zet demonstratief zijn billen tegen de grond en verroert zich niet meer. Met de boodschap: “Baas, stik maar in je spelletje, ik wil gewoon een koekje zonder er wat voor terug te moeten doen”. Heeft Drop last van zijn buik of is hij heel moe. Dan parkeert hij achteruit in. Hij schuifelt zijn billen achterwaarts op mijn schoot, zodat ik hem kan wrijven over zijn rug. Heeft Drop een baldadige bui, dan zie ik alleen nog in de verte zijn billen verdwijnen en kan ik roepen wat ik wil… Helaas, zijn billen zijn sneller uit het zicht, dan dat ik mijn mijn ogen kan knipperen.
Tja, die boxerbillen, zo veel zeggend, zo duidelijk in de communicatie, zo lekker om even vast te houden totdat Drop helemaal in de ontspanning gaat. Hij schuift zijn billen dan tegen mij aan. Zijn ogen vallen dicht en zachte snurkgeluidjes komen uit zijn mond. Op dat moment zijn zijn billen levensgevaarlijk. Want in totale ontspanning zit juist het gevaar. Een sluipmoordenaar, die billen van Drop, meestal zonder geluid, soms met een heel klein pufje, maar de geur die zijn billen dan verspreiden. Dodelijk. En als de stank zich verspreid, staat Drop nonchalant op. Kijkt nog 1 keer achterom naar die blauwe gifwolk die hij zelf heeft geproduceerd en wandelt dan naar zijn mand. Mij in katzwijm achterlatend. Tja die billen, toch blijven ze prachtig.
1 reactie
Hanneke · 26 juli 2021 op 18:12
Oh ik zie t alweer voor me. Billangrijk!! Om te billen!! Kortom: geweldig verhaal. En Drop, bloos maar niet.