Het is vrijdagochtend. Mijn lunchbox staat klaar, evenals mijn kleed. Ted, mijn trouwe assistent heb ik goed vast. Klaar om naar het werk te gaan. Als ik na een kwartiertje rijden uit de auto kijk, zie ik de snelweg, in plaats van de mooie route naar de duinen waar mijn werkplek is. Ik kijk baasje aan en die zegt; “doe nog maar even je ogen dicht Drop. Ik heb een verrassing voor je.” Nou ben ik niet altijd van de verrassingen, zeker niet door mijn baasje georganiseerd, maar ik heb trouw mijn ogen dicht gedaan totdat een uurtje later, als de auto is gestopt, zomaar de jongste zoon van baasje op de bijrijdersstoel gaat zitten. Je snapt het al, mijn billen gaan in de wiebelstand, staartje als een propeller heen en weer en al gauw heb ik mijn kwijl in zijn haren gesmeerd. Dat is nog eens een leuke verrassing. Na nog een kwartiertje rijden, stoppen we op een grotere parkeerplaats. Met Ted in mijn bakkes geklemd spring ik uit de auto. Eigenlijk ben ik blijven springen want het is de parkeerplaats in mijn oude dorp. Hoe leuk is dat! Ik storm het dorpshuis in en ik laat Ted alle hoeken en gaten zien terwijl baasje en haar jongste met tafels en stoelen aan de sleep gaan. Er moet namelijk een kunstexpositie worden ingericht.
Na een uurtje snuffelen, neuzen en gezellig doen, ik had net mijzelf verstopt achter het podiumgordijn, hoor ik mijn naam roepen; “Droppie, Droppie, waar hang je uit?” Daar staat de volgende verrassing. Kees! Mijn oude “oude” oppas, zomaar in het dorpshuis. Samen met Ted heb ik een sprintje getrokken. Gekust, gekwijld, en geknuffeld totdat er bijna geen Kees meer over was. En als toetje zijn we ook nog samen even het dorp in geweest. Dit zijn nog een leuke verrassingen.
Toen Kees, samen met de jongste vertrokken want de expositie was bijna klaar, zegt baasje; “Wil je nu ook nog even je oude vrienden zien, Droppie?” Dus hup in de auto, naar het uitlaatterrein op zoek naar Zoë de herder en Nora de bruine labrador. Alsof ik nooit was weggegaan. Rennen, beuken, over de kop slaan en natuurlijk vol het water in. Zoë, die normaal niet blaft, toetert er weer lustig op los in mijn oor en Nora, mijn lieve, lieve Nora wil erg graag samen aan een stok knagen.
Na drie kwartier is het uit met de pret. Ik moet terug in de auto want er was nog een verrassing. Al knikkebollend kom ik een half uurtje later aan bij mijn logeeradres van de zomervakantie. “Was het een leuke dag Drop? Heb je er van genoten? Nu moet je lief bij de oppas blijven zodat baasje een weekend lang kunstroute perikelen kan doen.” Ach, ik ben al zo moe dat ik niet protesteer. Nog een laatste kus en kom mij snel weer halen, roep ik haar nog na.
En toen… toen kwamen de appjes…. Baasje aan de wandel met Louis, mijn petekindboxer, baasje met Louis romantisch uit eten, baasje met Louis een laatste avond rondje. Baasje die bleef slapen bij Louis en baasje die de vroege ochtendronde liep met Louis! Niks geen Kunstroutefoto’s, alleen maar knuffelsessies met een 6 maanden oude puberslungelboxer, genaamd Louis. En ik, ik zat bij de oppas, nota bene!
Het is nu zondagavond, uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat baasje niet meer bij Louis is, maar terug bij ons eigen huis, anderhalf uur bij mij vandaan. Mij heeft ze nog niet opgehaald, ik zit nog bij de oppas. Ik denk dat ze eerst zichzelf moet schrobben, net als haar kleren om de geur, de haren en de lippenstift van Louis van zich af te krijgen. Zodat het lijkt alsof ze niet is vreemdgegaan. Maar ik weet beter, want morgen, morgen als ze mij wel komt halen, dan keer ik mijn rug naar haar toe. Vreemdgaan met een jongere vent. Hoe haalt ze het in haar hoofd en dan net doen alsof ze een expositie heeft waar ik niet bij mag zijn. Nee, daar trap ik niet in. Morgen maar eerst een hartig woordje met haar spreken. Want op deze manier ben ik alle leuke verrassingen wel heel snel vergeten.
0 reacties