Half 6 ging de wekker, Drop, half 6. Dat is toch geen tijd voor een volwassen boxer. Aan het woord is Aaron, één van Droppies clubgenoten van de Boxerclub Utrecht. Ik was nog volop aan het dromen van mooie teefjes en bakken met voer, toen vrouwtje mij in alle vroegte kwam wekken. “Wedstrijd dag, Aaron. Kom op uit de veren en neem je zus Famke mee,” stond ze te toeteren in mijn oor. Dus toch maar de benen gestrekt en richting de auto gegaan. Bommetje vol zat het ding, want ja, op zo’n wedstrijddag moet de tent mee, het zonnescherm, stoeltjes, voer, water, kleedjes, speelgoed en wat je allemaal nog kan bedenken. Hutje mutje opgepropt zaten Famke en ik op de achterbank. Baas en vrouwtje voorin en de kofferbak kon net aan dicht. Ik was wel benieuwd waar we vandaag terecht zouden komen. Zo’n wedstrijddag is steeds op een andere locatie. Maar na een half uurtje rijden stonden we gewoon bij de club, onze club, Drop, waar we elke dinsdag trainen. Bleek het een thuiswedstrijd te zijn. Hoe leuk is dat.
Op het veld kwam ik allemaal oude bekenden tegen. Daya van Karin, die ook bij ons traint, Djazzy met Audrey en Borre van Edith. Strak is het pak oftewel netjes in het tenue van Kringgroep Utrecht stonden ze klaar voor de grote wedstrijd. De vrijwilligers van de club hadden het parcours al klaar gezet. De koffie stond te dampen en de waterbakken waren gevuld. Alleen nog even mijn tent uitklappen en de pret kon beginnen.
Nu is het geval dat mijn vrouwtje, die altijd samen met mij loopt, een beetje in de lappenmand heeft gezeten. De vorige wedstrijd moest ze zelfs afzeggen. Echt, dat is niets voor haar. En ook nu is haar conditie nog niet helemaal op peil. Dus ik dacht, daar moet ik rekening mee houden, want zo’n wedstrijd dag is zeer vermoeiend.
Als het startsein is gegeven, vlieg ik over de eerste hordes. Geen probleem. Ik pak de kattenloop, de schutting en de paaltjes. Het gaat soepel en weloverwogen. De snelste tijd zal ik niet halen maar foutloos levert ook heel wat puntjes op, dus daar ga ik voor. In mijn ooghoeken zie ik dat mijn vrouwtje mijn tempo net aan kan bijhouden. Zweet op haar voorhoofd, een hijgende borstkas. “Aaron” zei ik tegen mijzelf “Aaron”, het gaat om het plezier samen dus geef je vrouwtje even de tijd”. Bij de tunnel aangekomen, bedenk ik mij dan ook geen moment en ga op mijn rug liggen, midden in de tunnel. Lekker even schuren en schurken. Dat geeft mijn vrouwtje precies de adempauze die ze nodig heeft. Bij de volgende tunnel ren ik er doorheen en keer bij de uitgang weer om. En weer heen, en weer terug. Ook deze manoeuvre vertraagt mijn race aanzienlijk. Missie geslaagd. Vrouwtje heeft alle tijd om haar hartslag weer onder controle te krijgen. Wel bijzonder dat de keurmeester mij er voor diskwalificeert. Hoezo dan Drop? Snap jij het? Mijn doel in het leven is toch goed voor mijn vrouwtje zorgen? En op deze manier zorg ik ervoor dat ze het einde van de dag nog kan halen.
Bij de allerlaatste race ligt er maar 1 tunnel in het parcours. “Niet dralen, Aaron”, zegt mijn vrouwtje. “Geen tijdrekken, gewoon in volle vaart over het veld. Deze ronde gaan we op volle snelheid.” Oké, dacht ik nog, als jij dat wil. Uit alle macht span ik mijn spieren. “Hoog”, roept mijn vrouwtje, “hoog”. Ik spring als een kikkertje door het veld. De tunnel komt in zicht. Ik maak aanstalten om de tunnel te nemen. Mmmm, ik mag niet tijdrekken. Mmm, die tunnel is zo heerlijk om in te gaan liggen. Mmmm, vrouwtje wil een snelle race… Dus vlak voor de tunnel buig ik af. Als ik de tunnel niet neem, dan kom ik ook niet in de verleiding om even de boel te vertragen. Briljante gedachte, toch? Dan kruist de keurmeester zijn armen “diskwalificatie” roept hij. “Je bent de tunnel vergeten.”
Aan het eind van de dag, bij de prijsuitreiking, krijg ik een tasje met lekkere kluifjes en koekjes. Het maakt niet uit of ik nu als eerste of als laatste ben geëindigd. Vrouwtje vindt mij toch de allerliefste boxerreu in huis. En dinsdag ga ik gewoon weer trainen, een beetje extra oefenen om de tunnel te nemen, kan geen kwijt. Ja toch, Drop?
0 reacties