“Je bent je conditie kwijt, Drop” zegt mijn baasje. “Er is niets meer van over na je operaties, dus nu je beter bent moeten we daar aan gaan werken.” Ik kijk haar aan en denk, conditie kwijt? Ligt die dan niet in mijn mand of in mijn speelgoedbak? Hoe kan ik nu iets kwijt zijn terwijl ik niet eens weet wat het is? Nog zo iets vaags, ik ben kilo’s kwijt. Menigeen doet er schijnbaar een moord voor maar bij mij is het altijd een kunst om op gewicht te blijven en niet onder de ondergrens heen te zakken. “Dat komt doordat je je conditie kwijt bent, dan verdwijnen ook je spieren en val je af”, zegt mijn baasje.
Dus we gaan samen op zoek naar conditie en spieren zodat ik weer op die Adonis lijkt die ik altijd ben geweest. En ze pakt het serieus aan, mijn baasje. Ja, laat dat maar aan haar over. Elke ochtend, klokslag half 7 gaan we naar buiten, een uurtje wandelen bij het ochtendgloren. Daarna een heerlijke maaltijd met extra groenten, hoewel dat laatste van mij echt niet hoeft. Tegen de tijd dat ik heerlijk lig te ronken, blijkt het al weer tijd voor de middagronde. Zelfde ritueel, weer een flink uur op stap, daarna een forse maaltijd en amper tijd om even mijn ogen dicht te doen of het is al weer het einde van de middag. “Kom op, luilak, nog even een rondje bos, strand, duinen”.. verzin het maar. Om dan ‘s avonds nog een ronde te moeten maken. Op vrijdag, na de eerste ochtendronde en het ontbijt mag ik niet eens de mand gaan liggen. Hup de fietskar in om naar het werk te gaan. Weer geen rust.
Over werk gesproken, ik zie mijn inspectiewerk als een positieve baan. Een voorbeeldje; van de week ben ik even onder het biljart in het grand café gaan liggen. Heb daar de vloer geïnspecteerd en ik moet zeggen, het lag heerlijk, niets mis mee. En dat zet ik dan ook in mijn rapportje. Maar het blijkt dat de meeste inspecteurs helemaal niet naar de positieve kanten in het leven kijken. Zo hadden we onverwachts en onaangekondigd inspecteurs op de stoep bij ons thuis staan, die bij hoog en bij laag stonden te beweren dat we asbest in huis zouden moeten hebben. “Het kan niet anders”, riepen ze. “Alle oude huizen hebben asbest”. Het argument van mijn baas dat asbest werd gebruikt met name na de Tweede Wereldoorlog en ons huis van ruim voor die tijd is, werd van tafel geschoven. Een bouwstop volgde. We mochten niets meer aanraken…. Hoe ik dan ooit in het zonnetje in de woonkamer kan komen te liggen als mijn baasjes de vloer er niet in mogen leggen, is mij een raadsel.
Weer een andere inspecteur werd opgetrommeld. Eentje met verstand van zaken en verstand van rekeningen schrijven. Gelukkig was hij het eens met het argument van grote baas en heeft hij geen asbest aangetroffen omdat simpelweg het huis te oud is. Nu moet het rapport weer naar de gemeente en hopelijk, hopelijk kunnen mijn baasjes weer snel sjouwen met gipsplaten, balkjes en de drilboor.
Het heeft mij wel aan het denken gezet. Hoofd inspectie klinkt goed, maar als ik met name moet letten op de dingen die niet goed gaan in plaats van complimenten geven over wat wel goed is geregeld, dan vraag ik mij af of het wel de juiste baan is voor mij. Afgelopen vrijdag, na mijn inspectieronde op de tweede etage van mijn werk, raakte ik in gesprek met mijn collega. Nadat zij mij uitgebreid had geknuffeld en geaaid, kwam ze met een briljante oplossing. “Er staat nog een vacature open voor vertrouwenspersoon. Daar ben je vast geknipt voor!”
Volgende week ga ik proefdraaien. Nu al zin in!
1 reactie
Hans · 22 september 2024 op 13:34
voorzichtig hoor knul, vertrouwenspersoon is vaak een berg problemen en je veel en lang luisteren en vooral iet met oplossingen komen. Dat vinden wij mannen moeilijk. Sterkte!