“Ga je mee naar het werk, Drop? Ik heb een lange dag voor de boeg en dan ben je niet zo lang alleen. Het is toch rustig in het wijkcentrum, verwacht ik, want het is herfstvakantie.”

Ik ga niet altijd mee naar het werk van mijn baasje. Niet iedereen houdt van honden en als het druk is, kan ik niet vrij rondlopen en is mijn mand de enige plek waar ik mag zijn. Saai…

Als we samen het wijkcentrum binnen stappen blijkt het toch niet zo rustig als gedacht. Baasje rent al gauw van links naar rechts en van voor naar achter. Hier een overlegje, daar even wat oplossen, ik heb nog een vraagje en kunnen we misschien… Om mijn baasje te helpen heb ik bedacht om een inspectie uit te voeren. Dan hoeft zij dat niet te doen. Gewoon even kijken of iedereen het naar het zin heeft. Of dat er nog iets geregeld moet worden, gladgestreken of gesust. Op mijn gemakje wandel ik door het pand. Even langs de dames van de creaclub. Een aaitje over mijn bol en een kriebel achter mijn oor. Ze vermaken zich goed en behalve koffie hebben ze niets nodig. Ik steek mijn kop om de hoek van het knutsellokaal. Ernstige gesprekken worden er gevoerd. Niet storen dus ik trek mij gauw terug en loop de sportruimte binnen. Mijn favoriete zaal. Er hangt daar namelijk een grote spiegelwand en daar kan ik mijzelf in zien. Ik paradeer van links naar rechts en bewonder mijzelf. Knappe vent, grinnik ik en ik wandel weer verder want er is verder niemand in de ruimte. Even de tuin in, balletje trappen met de kippen en konijnen. Ze kijken niet naar mij en ik interesseer mij niet in hen. Leven en laten leven, denk ik altijd, terwijl ik de tuin doorren met de bal in mijn bakkes.

Dan fluit mijn baasje. Tij voor overleg. Mijn mand wordt in de vergaderruimte gezet. Ik strek mijn pootjes en krul mij op naast de huisarts en de teamleider van de Jumbo. Het vergaderen duurt een tijdje en ik word onrustig. Hoor ik daar iets? Loopt daar iemand in de tuin bij mijn kippen en konijnen? Ik spits mijn oren en brom zachtjes, een diepere grom komt rollend uit mijn keel. Ik zie mijn baasje naar mij kijken. Ik mag niet blaffen in het wijkcentrum, dat weet ik, maar er is echt iets aan de hand en dat weet ze ook. Ik brom en grom niet zomaar. Ze komt naast mij staan en we kijken samen de tuin in. “Niets te zien, Drop, geen reden voor gebrom. Weet je wat, ga maar even naar de dames van de creaclub. Dan ben je even afgeleid.” Baasje doet de deur van de vergaderzaal open. En dan hoor ik het nog duidelijker, de reden waarom ik moest brommen. Er wordt namelijk met stemverheffing gesproken.

Bij de ingang is een balie waar vrijwilligers inwoners helpen met moeilijke brieven en financiele vragen. Er staat 2 vrijwilligers achter de balie en 1 meneer ervoor. De meneer is duidelijk niet blij en zijn stem wordt steeds harder. De dame en heer achter de balie ken ik goed. Ze zijn mijn vrienden. Als de meneer voor de balie nog iets harder begint te praten, wordt het tijd om in te grijpen. Ik loop op de balie af en ga naast mijn vrienden staan. Op de toppen van mijn tenen en met veel ingehouden lucht maak ik mij groot. Mijn ogen fixeer ik op de hard pratende man. Hij krijgt mij in de gaten, valt stil en zet een stapje naar achteren. Ik blijf hem aankijken en laat mijn staart langzaam zakken. Mijn blik spreekt boekdelen. De meneer zet nog een stapje verder weg van de balie. Ik doe een stapje naar voren.

Het is genoeg om de meneer op een andere toon te laten praten. Hij neemt beleefd en rustig afscheid en schuifelt de deur uit. En ik, ik krijg een aai over mijn bolletje. “We kunnen je wel inhuren als uitsmijter” zeggen de dame en heer achter de balie. “Fijn dat je het hebt opgelost Drop. Scheelt weer veel gedoe.”

Op mijn gemakje wandel ik richting de keuken. Die heb ik vandaag nog niet geïnspecteerd. Met een beetje mazzel staan daar geen boze mensen maar gewoon iemand met een koekje. Mijn harde werken mag ook wel beloont worden, toch?


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *