Daar ligt ze op haar rug, in het natte koude gras op de helling van de sloot. Haar ene arm achter haar hoofd. Haar hand houdt een totaal onbekende jongeman vast. “Nog een klein stukje verder”, roept ze naar de jongeman, die nog een millimeter naar voren schuift zodat mijn baasje net genoeg haar tenen kan strekken in haar laars om mijn bal, die op het ijs in de sloot ligt, een zetje geven. De bal rolt naar de andere oever, waar ik klaar sta. Mijn voorpoten wijd, kont omhoog, staart in propellerstand. “Neeeee! “ hoor ik keihard van de overkant schreeuwen. “Niet het op ijs en blijf van de bal af, Droppie.” Mijn baasje zit inmiddels op haar knieën op het gras. Ze bedankt de jongeman voor alle hulp en zegt dat ze het nu wel verder alleen af kan. Opnieuw schreeuwt ze “nee”, als ik wat te dicht bij de rand van de sloot kom. “Ik kom eraan Drop, even wachten” terwijl ze inmiddels de dertig meter aflegt om om de sloot heen te kunnen. Als ze op een drafje op mij afkomt, zie ik dat het handvat van mijn bal, van mij is afgedraaid. Dan is die bal moeilijker te pakken. Dus ik dacht, ik maak het makkelijker voor mijn baasje en draai de bal even naar mij toe. Onder een oorverdovend “Nee!!!” en een snoekduik van mijn baasje richting de bal, geef ik net voordat mijn baasje de bal kan pakken, het glibberige ding een klein zetje. De bal draait en glijdt met een klein vaartje weer naar de overkant van de sloot.

En daar gaat mijn baasje weer. Terug die dertig meter om naar het einde van de sloot te komen, dan weer dertig meter langs de andere kant. Opnieuw ligt het baasje op haar rug tussen de diepgevroren grasstengels en riet. Deze keer is er geen charmante jongeman om haar vast te houden. Ze grijpt dan ook hulpeloos om haar heen als ze langzaam de schuine helling van de slootkant afglijdt. Door haar wilde gedoe, raakt ze de bal, die met een mooie sliding weer bij de overkant van de sloot uit komt. De kant waar ik sta. Leuk spelletje denk ik nog. En ik wacht keurig tot baasje weer op handen en voeten naar boven klimt. Haar viswijvenstem dreunt nog na in mijn oren als ze opnieuw “Nee” brult als ze ziet dat ik opnieuw een poging doe het ijs op te gaan om de bal te pakken. “Nee Drop, doe het niet, als je er doorheen zakt, zijn we veel verder van huis.”

Ik zie mijn baasje weer de dertig meter terug rennen en de dertig meter mijn kant op. Ik mompel nog, ik ben minstens de helft lichter van gewicht dus dat ijs zal mij eerder houden dan jij, maar die opmerking wordt mij niet in dank afgenomen. Opnieuw een harde “Nee” wordt mijn richting in geslingerd. Dan geef ik de bal een zetje met mijn neus. Vijf minuten later lig ik vastgeknoopt aan mijn riem aan een lantaarnpaal. Mijn baasje ligt nu op haar buik op het ijs. Mijn lievelingsbal, mijn paardebal ligt er midden op. Ze weet dat ik niet naar huis ga zonder die bal. De bezoekers van het naastgelegen pand staan nu naast de kant haar aan te moedigen. Met het nodige kunst en vliegwerk heeft ze eindelijk mijn bal in haar handen.

Ze is koud, nat, modderig en sacherijnig. De bal houdt ze stevig vast. En ook ik mag niet meer los. De ronde is ingekort naar een rechtstreeks naar huis loopje. Flauw hè.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *