Heb jij iets gelezen gisteravond? Want zondagavond is toch Droppieverhaal avond? Ik zag niets! Helemaal niets! Dus vanochtend op het werk werd ik aangesproken door een collega van mijn baasje; “Is er geen Dropverhaal? Heeft hij niets mee gemaakt deze week? Wat is er aan de hand? Leven te saai geworden?” En ik keek mijn baasje vragend aan met mijn grote reebruine ogen. Heb je dan niets opgeschreven over vorig weekend, waar ik voor het eerst van mijn 4 jarig leventje uit vrije wil ruim een kwartier op schoot bij mijn grote baas heb gezeten? Ik was achtergelaten in een volledig leeg huis. Zelfs de wc borstel was in de afvalbak verdwenen. Geen pluisje, geen korreltje, geen meubelstuk, niets. Mijn baasje had de laatste spullen in haar auto gepropt. De auto was zo vol gestouwd dat ik er niet meer bij kon. Zij heeft mij toen achtergelaten, in ons oude huis. Samen met mijn grote baas. Uit pure wanhoop heb ik hem aangekeken en gevraagd of ik op schoot mocht. Ik was zo ontheemd en ontstemd. Daar zaten we dan, grote baas en ik. In dat kale, grote, lege huis. Tot elkaar veroordeelt. Maar daar wilde mijn baasje niet over schrijven. Vond ze te lastig zeker…
Ze heeft ook niets opgeschreven over de foto kerstshoot bij de boxerclub. Inmiddels een jaarlijkse traditie geworden. Een van de leden bouwt dan de opslagcontainer om naar een sfeervolle kerstplek waar menig tuincentrum jaloers op zou zijn. En wij, alle boxers van de club, mogen dan één voor één op de foto zodat we die later kunnen rondsturen met de vrolijke kerstgroetjes erbij. Nee, ook hier heeft mijn baasje niets over geschreven. “Ik heb nog geen foto’s” hoor ik haar mompelen. Ja, ja, denk ik, slecht excuus. Over een maandje is de kerst voorbij en dan hoef je het verhaal niet meer te plaatsen hoor.
Was er dan geen verhaal te maken over mijn logeerdagje bij de baasjes van Kenai? Nu Kenai er niet meer is mag ik af en toe deze baasjes verwennen met boxergeluiden en mijn warme vachtje. Zo ook gisteren, want baasje ging naar een concert en ik kon echt niet mee. Ik voel mij wel thuis bij de baasjes van Kenai, bestaande uit een vrouwtje en een mannetje. Speciaal voor mij hadden ze de houtkachel aangestoken. Kleedje ervoor en ronken maar. Hele bomen heb ik omgezaagd, totdat de heer des huizes wilde uittesten bij wie van de twee mijn loyaliteit ligt. Bij hem of bij zijn vrouw. Nou kan ik je één ding verzekeren, ik hou van vrouwen. Niets bijzonders eigenlijk. Hij had het kunnen weten. Toch ging hij vol in de aanval en gaf zijn vrouw op de bank de ‘kieteldood’. Zij gillen en hij porren met die vingers in haar zij. Ik heb mij geen moment bedacht. Hoewel ik daar niet op de bank mag en ik er ook nooit over nagedacht had om daar op te gaan zitten, sprong ik nu met vier poten tegelijkertijd op de sofa, tussen de twee mensen in. Ik parkeerde mijn kont op het vrouwtje en liet, zonder blikken of blozen zien, dat meneer zijn handen thuis moest houden. Wegwezen, opzouten, er is hier maar 1 de baas en dat is deze dame.
Maar ook daar heeft mijn baasje niets over geschreven. Het papier bleef blanco. Geen zin, geen woord, geen letter kwam uit de flaptop. Het brein was leeg. Dus nu heb ik haar vastgebonden met mijn trektouw. Zitten, baasje van mij. En blijf! Je mag niet eerder weg voordat je een fatsoenlijk verhaal op papier gaat zetten. Al duurt het de hele avond, de nacht en nog een werkdag erachter aan. Schrijven zal je, want mijn fans wachten op mij.
0 reacties