“Zo, kom jij maar eens bij Sinterklaas, Droppie”. Voor mijn neus staat een lange magere man. Hij heeft een oversized superman cape om zijn schouders geslagen, een enorme punthoed op zijn hoofd en een baard waar je U tegen zegt. Ik moet zeggen, ik ben diep onder de indruk van deze man. Zijn zware stem buldert door de straat. “Kom jij eens hier Drop!” hoor ik nog een keertje. Schoorvoetend kom ik dichterbij. Op commando ga ik zitten, maar heel erg blij word ik er niet van. Ik ben namelijk diep onder de indruk van deze Klaas. “Zal ik voor de foto even door mijn knieën zakken?” vraagt de Sint aan mijn baasje. Maar zodra de Klaas dichterbij komt, zak ik ook door mijn knieën. Plat op de grond. Zo ver mogelijk weg van deze indrukwekkende man.
“Zo, Droppie, wij moeten eens ernstig met elkaar praten. In mijn grote rode boek staat geschreven of jij een brave hond bent geweest dit jaar. Laat mij eens even kijken,” mompelt Sinterklaas. Ik ben ondertussen een stukje opgeschoven richting mijn baas. Ik kijk haar aan. Waar heeft hij het over baasje? Ik ben toch altijd lief, toch? Toch?
“Droppie, ik zie dat jij een BB’er bent, een Bekende Boxer. Je komt zelfs met enige regelmaat op televisie in filmpjes van Jan de Hoop. Had jij niet beloofd om niet in de vijver te springen bij Jan en Coen? En wat deed jij bij je tweede bezoek aan hun huis en tuin? Wie lag daar midden tussen de goudvissen te spartelen?
Ik draai ongemakkelijk op mijn kont heen en weer. Voor de verandering ben ik sprakeloos. Hoe weet die oude man dat? Hij was er toch niet bij?
“In mijn boek zie ik ook dat jij op de toonbank van de dierenwinkel in het dorp bent gesprongen. Niet er tegenaan maar gewoon met vier poten erop. De spullen op de grond schuivend en je neus op de kassa knopjes drukkend. Omdat de eigenaar van de dierenwinkel een beetje langzaam was met het koekje geven. Klopt dit Droppie? “
O ja, dat was zo’n oepsiemomentje in de winkel. Vonden ze niet erg grappig geloof ik. Gaat die baardmans nu echt al kleine, miezemuizerige misstapjes van mij opnoemen?
“En Drop, zie ik nu ook in mijn boek staan dat je met regelmaat je baasje blauwe plekken bezorgd door een stok tegen haar aan te slaan, je nagels in haar bovenbenen te zetten en het velletje op haar haar vast te pakken met je hoektanden als je haar aandacht wil?
Dat kan toch echt niet Droppie. Het wordt tijd dat je je leven betert. Dat je lief bent voor je oppas, dat je lief bent voor de winkeliers en vooral dat je lief bent voor je baasje.“
Ik zit hevig te knikken. Ik zou de lange lummel alles willen beloven, als hij maar weggaat. Ik vind het toch zo spannend. Hoe weet hij dit toch allemaal? En zou hij ook weten dat ik af en toe ook heel lief ben. Dat ik mijn baasjes kusjes geef, net als al mijn vriendinnen. Dat ik niets opeet wat ik niet mag, ook al staat het voor mij op de tafel, ik blijf er keurig af. Dat ik zelfs mijn kleine windjes zo min mogelijk laat waaien omdat ik weet dat mijn baasje daar een beetje misselijk van wordt. Dat is toch ook wel wat waard?
“Ach Drop, Sinterklaas is de kwaadste niet, ik zie echt wel dat je probeert heel lief te zijn, maar dat het soms een beetje uit de hand loopt. Je bent niet voor niet een boxer Daarom heb ik een kadootje voor je mee genomen. In de zak van Zwarte Piet. Je had maar 1 ding op je verlanglijstje staan, dus dat was makkelijk kiezen. Kijk eens.”
En daar kwam het kadootje, je raadt het nooit, een bal. Een bal met geluidjes, dé bal met geluidjes, de enige bal die ik op mijn verlanglijstje had staan. Die Sinterklaas is zo eng nog niet. Laat hem volgend jaar maar weer op visite komen. Dan kus ik de grond waarop hij loopt, zijn voeten en misschien durf ik dan ook nog naar hem te kijken, misschien…
0 reacties