Aan mijn twee oren mankeer ik niets. Over het algemeen ben ik ook heel gezeglijk. Ik doe wat mijn baasje vraagt en mijn baasje luistert ook naar mij. De boxerbananen die zo wereld beroemd zijn, heb ik meestal niet in mijn oren zitten. Misschien komt het doordat ik geen fruit eet. Ik trek er mijn neus voor op. En trouwens, baasje vraagt niet zo heel veel bijzondere dingen aan mij en ik heb haar goed getraind. Kost wel wat moeite, maar dan heb je ook wat.
In ieder geval heb ik deze week voor de verandering het geduld van mijn baasje eens goed op de proef gesteld. Werd ook wel eens tijd. We leken zo’n oud getrouwd stel, met het zelfde ritme en ideeën. Tijd voor een frisse wind in huis.
Dus regel 1: geen hond op de bank… geschrapt.
Prins heerlijk ben ik gaan liggen op de leren bank. Mijn nagels diep in de kussens begraven en mijn ogen dicht gedaan. Ik deed het ook niet stiekem maar gewoon waar ze bij stond. Ik keek haar aan, stapte op de bank, draaide drie keer rond en ben gaan liggen. Mijn baasje heb ik met open mond achter gelaten. Voor de verandering was ze stil. Ook wel eens leuk. Helaas duurde de stilte maar kort en heeft zij mij vakkundig van de bank gescholden. Wat een manieren heeft dat baasje van mij. Ze lijkt zo lief, maar ondertussen. Vuilbekkerij van een bootwerker.
Regel 2: de hond hoort in de achterbak en niet op de achterbank… geschrapt.
Baasje heeft sinds een tijdje een nieuwe auto. De achterbak is keurig bekleed met een soort vuil afwerende stof. De ruimte is niet heel groot maar ruim genoeg, vindt de baas. Ik heb daar een ander idee over. Zeker toen ze ook nog mijn water- en voerbak in de achterbak had gezet. Bij de eerste beste bocht, vlogen de bakken tegen mijn achterpoten. Het maakte een vreselijk geluid. Kleng, kleng. En ze kwamen steeds dichterbij mijn kop. Ik moet echt niets hebben van wandelende metalen voerbakken, dus midden op de snelweg ben ik maar over de stoelleuningen gesprongen en op de achterbank gaan zitten. Wel zo veilig. Mijn kleine witte haartjes achterlatend op de net schoongemaakte zittingen.
Regel 3: komen als baasje roept… geschrapt.
Een fluitje is meestal voldoende, of een vertederend “Vetertje” (afkorting van Dropveter) fluisteren, is voor mij al een reden om even te kijken of mijn baasje mij nodig heeft. Maar deze week dacht ik, het wordt tijd dat mijn baas volwassen wordt. Zoek het zelf maar aan en redt je jezelf. Dus of het nu een fluitje, een fluisterend “Vetertje”of een donderende “DROP!”uit haar mond kwam, ik kwam niet. Ik was namelijk net even lekker bezig mijn vrienden aan het achter na jagen op het losloop terrein. Geen tijd voor de baas, ik wilde gewoon even de bosjes in met mijn meiden. Ik kom alleen als ik het wil.
Ik moet zeggen, het was een bijzondere week. Mijn baasje moet wennen aan de nieuwe regels. Of beter gezegd, aan het feit dat de oude regels geschrapt zijn door mij. Inmiddels haalt ze alles uit de kast om mij weer in het gareel te krijgen. Extra lekkere vleesjes, een keer extra op schoot met knuffeltjes achter mijn oren en nieuwe koosnaampjes fluisteren. Ze heeft namelijk wel geleerd dat boos doen niets oplevert. Als ze mij in mijn mijn nekvel pakt, kijk ik haar een uur niet aan. Verheft ze haar stem, dan ga ik bij de grote baas zitten en laat ik haar links liggen. Tja, opvoeden is een kwestie van volhouden. En ik, Dropveter, heb een heleboel geduld.
0 reacties