Mijn lunchtrommel heb ik gevuld, mijn extra witte sokken aangedaan en mijn haren netjes gekamd. Vandaag is mijn eerste werkdag. Eén dag in de week werk ik namelijk als chef inspectie, met Ted (mijn knuffel) als mijn persoonlijke assistent. Mijn taak is om alles, maar dan ook alles te inspecteren in een heel groot gebouw waar allemaal huizen in zitten en mensen wonen.

Ik carpool met mijn baasje want ook zij werkt daar, alleen niet als hoofd inspectie maar als Chef Klets. Want ze doet de hele dag niets anders dan kletsen, kletsen en kletsen. Ach, verschil moet er zijn. Dan doe ik het harde werk wel. Dus we stappen in, Ted en ik, en samen rijden we naar ons werk. Het is wel spannend, zo’n eerste werkdag. Hoe zouden de mensen zijn? Een beetje aardig of erg kritisch? Ga ik mijn weg wel vinden en wat ga ik allemaal tegen komen op mijn inspectierondes?

‘Ted, de inspectie begint zodra we bij de deur zijn’ mompel ik tegen mijn assistent die zich genesteld heeft in mijn mond. We lopen samen de eerste glazen schuifdeur door. De ingang werkt als een soort van sluis. De ene deur gaat niet open als de andere deur nog niet gesloten is. De deuren werken op een bewegingssensor. Erg lastig als mijn staart maar blijft zwaaien want ja, ik ga naar binnen en van blijdschap heb ik mijn wiebelbillen niet in bedwang. Pas als mijn baasje zachtjes haar hand op mijn kontje legt, komt mijn staart tot rust en gaat de andere deur open. Nou ja, de bewegingssensoren heb ik in ieder geval geinspecteerd. Ze werken 😉

Volgend onderdeel is de lift. Ik ga wel vaker met zo’n metalen doos op en neer. Aan de andere kant van de liftdeur staan dan altijd opa en oma op mij te wachten. Maar hoe vaak ik ook vandaag met de lift ga, opa en oma staan er niet. In geen velden of wegen te bekennen. Wel heel veel andere dames en heren. Ook leuk trouwens.

Ik start mijn verdere inspectie in de kelder waar het kantoor zit. Er staan metalen ladekasten. Er zullen vast belangrijke zaken in zitten. Mijn taak is in ieder geval om te ontdekken of ze stevig zijn gemaakt. Mijn staart draait overuren want collega’s van mijn baasje komen binnen en kriebelen achter mijn oren en fluisteren lieve woordjes. Ik hou Ted goed vast tussen mijn tanden en sla ondertussen mijn staart tegen de metalen kasten. Geen deukje te zien. Inspectie goedgekeurd.

Dan naar boven, weer met de lift. Op de verschillende etages wonen mensen in hun appartementen. Ik ben zo beleefd om niet bij de eerste kennismaking al naar binnen te stappen. Wel test ik hoe de vloer aanvoelt door gewoon dwars in de gang op mijn rug te gaan liggen. Inspectie geslaagd. Het ligt heerlijk. In de gezamenlijke woonkamer zijn een aantal bewoners bezig met appeltaart maken. Aangezien ik niet zo van fruit hou, ga ik de rolstoelen inspecteren. Hebben rolstoelen de juiste hoogte om de mensen die erin zitten mij te kunnen kriebelen op mijn hoofd? Zijn rolstoelen kwijlbestendig of moet ik noodgedwongen mijn speeksel afvegen aan de broek van de eigenaar van de rolstoel? Wat als ik naast de rolstoel ga liggen? Zien ze mij dan of rijden ze dwars over mijn staart heen? Meneer Klaas wil mij wel helpen met mijn inspectie van de rolstoelen. Hij moedigt mij aan, kriebelt achter mijn oren, veegt keurig zelf de kwijl af van de stoel en kan zelfs met zijn lange armen mij een liefkozend tikje op mijn billen geven als ik er naast lig. Ja meneer Klaas komt met vlag en wimpel door de inspectie.

Mijn dag eindigt met een triltest. Trillen de lepeltjes van het schoteltje af als ik snurk of zijn ze zwaar genoeg om mijn oorverdovend geluid aan te kunnen? Bij nadere inspectie denk ik dat deze test nog een keertje over moet. Volgende week kom ik weer.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *