Het is nu een paar maanden geleden dat Milou, mijn herdervriendinnetje er niet meer is. Mijn baasje en ook de baasjes van Nora en Saar en anderen praten nog regelmatig over haar. Maar aan ons, de honden, is niets te zien of te horen. We hebben het ritme weer opgepakt. Lopen gewoon weer onze wandelingen en stoeien met elkaar. De groep is inmiddels ook weer aangevuld met een nieuwe herder. Een ander baasje heeft zich aangesloten bij onze Gremlingroep. Deze witte herder van 7 maanden oud heeft soms precies dezelfde trekken als Milou. Donna heet ze en ze blaft net zo hard in mijn oor als Miloedertje dat kon doen op de vroege ochtend. Ik heb deze witte herder ook al een bijnaam gegeven. Spookie Roeptoeter. Spookie omdat ze zo wit is en roeptoeter, tja, dat hoef ik natuurlijk niet uit te leggen..
Het leven gaat dus door, ook al stond het leven voor de baasjes van Milou helemaal stil na het noodlottige ongeval.
Zijn we Milou vergeten? Ben ik Milou vergeten? Nee, maar wij, honden, uiten dat anders.
Zo begroet ik de baasjes van Milou, als ik ze tegen kom, net even iets uitbundiger dan de andere baasjes. Ik gooi mijn bibs in de strijd en biedt hen een knuffel aan.
Ben ik in de buurt van het huis van Milou, dan loop ik graag even langs. Met een beetje mazzel is er ook iemand thuis en gaat de voordeur open. Ik sjees dan naar binnen, duik met een vaart in de speelgoedmand. Prop een tennisbal in mijn linkerwang en sjees weer naar buiten. Op het uitlaatterrein was ik ook altijd bezig met balletjes jatten, dus Milou zou het echt niet erg vinden. Alle ballen van Milou bewaar ik in mijn mand. Want ze ruiken nog naar haar. En dat vind ik lekker.
Twee weken geleden, toen ik weer eens een balletje uit Milou’s speelgoedbak in mijn wangzak had gepropt, zei mijn baasje; “Drop, dit kan zo niet langer. Altijd weer ‘proletarisch’ winkelen bij Milou thuis. Je hebt zelf meer dan genoeg ballen. Het wordt tijd om de ballen te delen met anderen en niet alleen voor jezelf te houden. Tenslotte speelde Milou ook graag met anderen en niet alleen met jou.”
Ik keek mijn baasje een beetje vreemd aan. Hoezo delen? Hoezo mijn ballenverzameling te groot? Er kunnen er toch nog steeds meer bij, mijn mand is groot genoeg.
Maar wat in mijn baasjes kop zit, zit ook in haar kont, dus samen zijn we naar de Kringloopwinkel gegaan. Daar haalde mijn baasje een zinken bak met hengsels. Met een hamer en spijkers sloeg ze een paar gaten in de bodem. “Dan blijft er geen water in staan, Drop.” En met een watervaste stift krabbelde ze ‘Milou’s ballenbieb’ op de bak.
“Kom op Drop, we hangen de ballenbieb aan het hek van het uitlaatterein.” Ik zie ondertussen al mijn gejatte tennisballen keurig in het bakje liggen. Met een noodvaart ren ik achter de baas aan, want waar gaat ze heen met mijn keurig zelf gepikte speelgoed?
En zo komt de ballenbieb te hangen aan het hek. Voor iedere hondeneigenaar te gebruiken. En na afloop van het speelkwartiertje worden de ballen weer ingeleverd.
Eerlijk gezegd heb ik er moeite mee. De ballenbieb is namelijk geen zelfbediening. Mag niet van mijn baasje. Wat ook niet mag is de bal bewaren in mijn wangzak om weer mee naar huis te nemen. “Lenen”, roept mijn baasje, “dus terug geven Drop, zodat een ander er mee kan spelen.” En… baasje haalt niet altijd een bal uit de bak. “Zonder bal wandelen is ook leuk”, zegt ze dan.
Nee, Milou wordt niet vergeten, haar speelgoed wordt met iedereen gedeeld en binnenkort mogen we beschuit met muisjes eten want Milou krijgt er een herderzusje bij. Welkom Hazel in de Gremlingroep, ook voor jou is er een plekje. En als je een bal nodig hebt, de ballenbieb is er ook voor jou.
0 reacties