Elke avond, na de avondwandeling en het eten, trek ik mij terug in mijn mandje. Heerlijk een dekentje over mijn rug en snurken maar. En elke avond na de wandeling en het eten, als ik net lekker lig, komt mijn baasje naar mij toe. “Even spelen, Droppie?” Ze graaft dan in mijn speelgoedbak en haalt er een onooglijk speeltje uit, opgekauwd en afgekwijld. “Kom dan Drop, kom dan. Even spelen jochie.” Ze klopt uitnodigend met haar hand op het vloerkleed bij de bank. Ik draai mij nog even om in mijn mandje. Negeren die handel, wie weet gaat het over. Maar nee, niet veel later staat ze weer bij mijn mandje. “Kom nou Drop.” En ze port in mijn zij, ze duwt tegen mijn billen en trek het kleedje van mij af. “Spelen, Drop, nu.”
Ze gaat wederom op de grond zitten, met haar rug tegen de bank. Het speeltje heeft ze in haar handen. Ze klopt opnieuw op het vloerkleed. Laat het speeltje heen en weer rollen. Ik zucht en laat mij verleiden. Oké dan, en waggel richting de baas. Mijn billen parkeer ik op haar uitgestrekte benen. Mijn kop leg ik op haar voeten neer. Omdat het zo nodig moet, maar eigenlijk lag ik zo lekker in mijn eigen mand.
Dan komen de kriebelhanden, over mijn billen, over mijn rug. Het speeltje duwt ze tegen mij aan alsof ze zegt “pak het dan, Droppie, pak het dan”. Het speeltje vliegt met een boogje over mijn kop heen de kamer in. En weer slaak ik een zucht. Vooruit dan, ik sta op, loop naar het speeltje, pak het op. Ik kwak het speeltje in de speelgoedbank en kruip weer terug naar mijn mandje. Buut vrij, toch?
De mand is van mij en daar mag niemand mij storen, toch?
Maar blijkbaar was het baasje nog niet tevreden. Wederom loopt ze naar de mand. Ze schopt er zachtjes tegen aan. “Dat was geen spelen Drop, dat was saboteren. Ik wil met je spelen, met je knuffelen, ik wil aandacht en wel nu!”
Echt, mijn baasje is soms net een klein kind. Staat ze daar te dreinen naast mijn mand. Het valt mij nog mee dat ze niet aan het stampen is met haar voeten. Nog even en ze laat zich dramatisch op de grond vallen om om zich heen te meppen en jammerlijk te krijsen.
Ik doe alsof ik niets hoor. Mijn hoofd begraaf ik onder mijn dekentje. De regels van het spel zijn toch echt, dat als ik in mijn mand lig, ik met rust gelaten moet worden.
Mijn baas speelt vals. Na een kwartiertje, als ik volledig vertrokken ben naar dromenland, is ze weer naar de mand toe gekomen. Blijkbaar heeft ze haar armen onder mijn lijfje geschoven en mij opgetild. Ik heb er niets van gemerkt. Een uurtje later word ik wakker. Eerst één oog open. Ik schrik mij een hoedje want mijn baasjes gezicht is heel dicht bij. Toen twee ogen open om te zien dat mijn mand drie meter verderop staat en ik toch echt vastgeklemd lig in de armen van mijn baasje. Snuit op boezem hoogte.
“Zo schone slaper”, hoor ik mijn baasje fluisteren, “eindelijk wakker? Zullen we nu dan gaan spelen? En in haar hand houdt ze wederom een speeltje uit mijn speelgoedkist. En ik denk, geef dat mens een valiumpje, zodat ik eindelijk van mijn rust kan genieten.
0 reacties