Er zijn boxers die amper met hun tenen het water willen aanraken en liefst met regen binnen blijven. Er zijn boxers die water wel lekker vinden maar niet verder gaan dan tepel 7 en dan weer snel terug naar de kant lopen. En je hebt de Boxer Bagger Bende. Deze stoere club van 3 teefjes en ik deinzen niet terug voor een beetje modder. Hebben geen moeite met een kloddertje kroos op de kop en zwemmen… natuurlijk doen wij dat.
Gisteren waren we er klaar voor. Boxer Daya met baasje Karin, Boxer Missy met baasje Lilly-Anne, boxer Saar met baasje Koen en natuurlijk mijn baasje met mij, Droppie, het moddermonster. Nu had ik al een beetje ervaring met dogsurvivals, maar mijn vriendinnen van de Boxerclub nog niet. Vooraf heb ik allerlei tips gegeven. Kruip onder alles door wat je tegen komt. Sleur je baas mee de modder in als je zelf ergens aan wilt ruiken wat aan de andere kant van de sloot zit. En ga vooral zwemmen, met kleren en al. Je snapt het al. Met bibberende knieën kwamen zowel de baasjes als de teefjes aan de start. Als enige boxergroep hadden we direct fans en werden we enthousiast uitgezwaaid door familie, vrienden en onbekenden.
Het 5 kilometer durende parcours starten gelijk met klim en klauterwerk. Hier zag je het ware teamwork ontstaan. Eén baasje klom over het hek, één baasje klom op het hek, één baasje hield de honden vast en één baasje begeleiden de honden over de hekken heen. Ik heb nog nooit in zoveel verschillende armen gelegen. Mijn poten bungelden dan weer naar links en dan weer naar rechts. Maar we kwamen er allemaal over heen. Zonder kleerscheuren. Hoewel onze Daya wel even op eigen houtje de rest van het parcours wilde onderzoeken. Gelukkig was er een aardige toeschouwer die haar weer terug bracht bij de roedel.
De eerste sloot was al snel in zicht. Dwars er door heen. En een beetje vlotjes ook want baasjes schoenen zogen zich direct vast in de modder. De baasjes waren onderling erg behulpzaam. Stapte de eerste baas in een gat in de grond zodat hij bijna voorover viel in het water, dan riep hij al snel naar de baasjes “Kijk uit, gat in het midden” zodat de andere baasjes ook in hetzelfde gat konden vallen. Perfect geregeld. Het duurde dan ook niet lang voordat wij boxers er allemaal precies hetzelfde eruit zagen. Zwart! Niet geel, niet reebruin, geen witte vlekken met een gestroomd lijfje, nee zwart. Met hier en daar een spikkel groen van kroos. Ook de baasjes hadden een zwarte ondertoon in hun kleding zitten met een merkwaardig riekend geurtje.
We hebben gekropen, getijgerd, gehangen, dubbel gevouwen gezeten en in de knoop gelegen. Met als hoogtepunt de glijbaan genomen die ons samen, baasje en hond met volle vaart in de blub lanceerde. En vooral hebben we gelachen met elkaar. De Boxer Bagger Bende functioneerde als een geroutineerde roedel. En ik, als enige heer in het gezelschap van dames kwam er natuurlijk weer eens als beste van af. Kwam Missy in volle vaart voorbij rennen, dan draaide ze haar hoofdje en kreeg ik een lik over mijn snoet. Kwam Saar langszij zwemmen, fluisterde ze lieve woordjes in mijn oor en Daya, ja Daya, een hond van weinig woorden maar haar ogen, daar zwijmelde ik in weg.
Trots ben ik op mijn meiden en stiekem ook een beetje op mijzelf. En trots ook op de baasjes die ondanks hun bedenkingen van te voren maar ook halverwege wanhopig uitriepen; “en waarom vinden we dit leuk?” hebben doorgezet. We hebben het gehaald, we hebben plezier gehad en we zijn zelfs niet eens als laatste groep geëindigd.
De stank na afloop was niet te harden. De kikkervisjes zwommen uit de bh’s en de waterplanten groeiden in het ondergoed. Dus volgende keer doen we weer mee. Leve de Boxer Bagger Bende!
0 reacties