Drop was exact 8 weken toen hij voor het eerst mee ging naar kantoor. Met mijn werkgever had ik afgesproken dat mijn kleine pup mee mocht als hij geen overlast zou geven bij collega’s of bij klanten. Dus Drop ging mee. Een vertederend bolletje hond met hangoogjes. Er was geen collega die niet smolt bij de aanblik van zo’n jong beestje. Had ik een vergadering, dan sleepte ik zijn mandje, speelgoed en waterbak mee, schoof de hele handel onder mijn stoel en hoopte dan maar dat hij rustig ging slapen. Soms sliep hij zo vast, dat, als er een stilte viel, alleen een zacht gesnurk te horen was. Soms duurde het te lang en moesten mijn tenen, schoenen, tassen en stoelpoten het ontgelden. Of wiegde ik ‘m als een baby op schoot om hem rustig te krijgen.
Als ik afspraken had bij klanten, belde ik van te voren op. Als ik vertelde dat ik een puppie had bleek Drop altijd welkom te zijn. Zo sliep hij in mijn armen terwijl ik in een volle aula op een scholencomplex zat. Huppelde Drop rond op een golfbaan en staarde ademloos naar de eeuwige groene velden. En snuffelde hij onder de kerkbanken bij het Leger Des Heils op zoek naar weggerolde pepermuntjes. Het socialisatieproces was voor mijn kleine monster dan ook geen enkel probleem.
Maar dat was “vroeger”. Sinds Cororna is gekomen, werk ik veel vanuit huis. In de woonkamer heb ik een bureautje staan, op nog geen twee meter van de mand van Drop. Ideaal voor de hond. Hij kan mij goed in het oog houden en toch zijn eigen gang gaan. Het brengt ook wel wat uitdagingen mee. De hoeveelheid slaaptijd is erg beperkt geworden. Drop is 16 maanden en staat volop in het leven. Actie, spelen, gekkigheid, daar is hij de hele dag mee bezig.
Als ik nu een vergadering heb achter mijn laptop met mijn camera en geluid aan, leg ik altijd even uit dat ik een boxer in huis heb. Want op de achtergrond vliegt het speelgoed door de kamer. Met regelmaat moet ik bukken om geen bal, flostouw of knuffel tegen mijn hoofd te krijgen. Duurt de vergadering te lang, dan kruipt Drop ongegeneerd op schoot. 30 kilo boxer wringt zich dan tussen mijn laptop en mijn boezem in. Hij vleit zijn hoofd dan tegen mijn schouder en knabbelt aan mijn oor. Vaak heb ik mijn jas aan terwijl ik binnen zit. Ik heb namelijk uit nood de achterdeur open gezet, zodat ik niet steeds op hoef te staan als mijn dondersteen weer heeft bedacht dat hij naar buiten wil of toch weer naar binnen moet.
Als Drop wel in slaap valt, dan moet ik het geluid van mijn computer harder zetten om mijn collega’s nog te kunnen verstaan. Het lijkt wel een houtzagerij in die mand van hem. Komt er per ongeluk iemand via de voordeur naar binnen, dan gaat mijn hondenalarm zo hard af, dat spontaan alle microfoons op tilt slaan en iedereen met een gehoorbeschadiging de vergadering verlaat. Bellen met klanten combineer is steevast met een wandeling door het bos, zodat ik zeker weet dat mijn laptopkabel niet wordt doorgekauwd of dat de veters van mijn schoenen niet vast komen te zitten in de wieltjes van mijn bureaustoel.
Tja, thuis werken, het brengt meer uitdaging met zich mee, dan dat ik dat van te voren had bedacht, maar Drop, die vindt het geweldig om bijna 24/7 om mij heen te hangen. Voor hem mag Cororna nog wel even blijven.
0 reacties