Baasje, wanneer gaan we op vakantie? Ik weet dat jij al bent geweest maar toen mocht ik niet mee. Wanneer gaan we samen op vakantie, gewoon, zoals elk jaar met zijn tweetjes? Meestal pakken we samen het tentje, de auto en de fietskar. We hebben niet veel nodig, gewoon alleen elkaar. Baasje en ik, ik en het baasje. Het ultieme weekje aandacht.
Maar baasje schudt haar hoofd. “Het zit er niet in dit jaar, Droppie. Druk, druk, druk, met het huis, de verbouwing, we kunnen er nu toch niet zomaar een weekje tussen uit? En daarbij, heb je het weer gezien? Regen komt steeds met bakken naar beneden. Dan wordt kamperen toch een stuk minder leuk als je slaapzak nat is en je mand een waterbed is geworden. Nee, dit jaar blijven we thuis Drop.”
Thuis? En wat moet ik dan zeggen tegen al mijn vrienden die wel naar Frankrijk gaan, naar Duitsland of zelfs naar Italië? Dat ik in Rundumhausen ben geweest? Tuinesië?, Balkonia? Bad Hintergarten of Terrassia? Het mag dan een beetje zeurderig en decadent klinken maar ik wil ook eens een keertje naar het buitenland op vakantie. Ik ben inmiddels 5 en nog nooit over de grens geweest. Kom op nou baasje, verzin eens wat!
De volgende dag, het is rond het middaguur, als baasje de fiets klaar zet en mijn riem pakt. “Kom op Drop, jij wilde toch naar het buitenland? Naar Italië? Waar het zo heerlijk heet is en voor boxers die het snel warm hebben (Hè Drop) het helemaal niet zo lekker is. Pak je riem maar want we gaan naar het wereldberoemde Como meer.”
Ik kijk baasje verbaasd aan. Het Comomeer, dat is een eind naast de fiets lopen. Als ik eindelijk ben gearriveerd heb ik afgesleten pootjes en val ik in de categorie Tekkel. Je bent toch niet gek geworden baasje? Is de regen in je bol geslagen? Op de fiets naar het Comomeer, dat gaat mij toch helemaal niet lukken.
Maar baasje is onverbiddelijk. De fiets wordt buiten de poort gezet. Ik krijg mijn halsband om en de korte riem wordt aangeklikt. Moeten we nog eten meenemen, baasje? Of water? Mijn mandje misschien of voor de zekerheid toch maar de auto pakken of in ieder geval de fietskar achter de tweewieler hangen? Niet van dit alles. In een gestaag tempo fiets het baasje en ik wandel er naast. Het dorp uit, richting het buitengebied. Ik krijg het al gauw warm hoewel het nog geen 18 graden is. Mijn tempo zakt iets naar beneden. Is het nog ver baasje, dat Comomeer? Want volgens Googlemaps is het ruim 1000 kilometer en ik ben nu al moe.
Na een kleine 2 kilometer stapt het baasje af. Ze zet mij voor een bord en maakt een foto. Dan zegt ze; “Om de hoek ligt het Comomeer, in het mooie Noordwijkerhout. Je mag er zwemmen en pootje baden. De kans dat het te warm voor je is, is niet zo groot. We kunnen er niet kamperen maar slapen gewoon thuis maar tegen je vrienden kun je in ieder geval zeggen dat je naar ‘het buitenland’ bent geweest!
Het water was heerlijk, helder en koel. Het Italiaanse ijsje na afloop bij het restaurant maakte het vakantiegevoel compleet. Nee, we hoeven niet ver van huis om toch even op vakantie te zijn.
0 reacties