Mijn baasje en ik, wij lijken wel een beetje op elkaar. Op het eerste gezicht zou je dat natuurlijk niet zeggen. Ik ben namelijk een stuk knapper dan zij 😉 Maar zonder gekheid, we hebben best wel veel dingen met elkaar gemeen. Ik hou bijvoorbeeld erg van eten, mijn baasje ook. Ze slaat geen maaltijd over en ik herinner haar eraan om mij op tijd te eten te geven.

Ik hou van wandelen, mijn baasje ook. Het maakt niet uit wat voor weer het is, samen lopen we eindeloos door het dorp, door het bos of over het strand. Niet moe te krijgen. En mijn baasje houdt van balspelen, Net als ik. Zij heeft wel een voorliefde voor volleybal en ik vind eigenlijk elke vorm van balsport wel leuk. Maar dat is een detail. Met regelmaat kom ik in de sporthal om te kijken hoe het baasje haar wedstrijd speelt. Ik volg de bal en rek en strek mijn nek van links naar rechts. En als er even geen bal in het spel is, volg ik mijn baasje. Want die wil ik zeker niet uit het oog verliezen.

Nu roept mijn baasje de laatste tijd; “misschien moet ik wel stoppen met volleyballen. Ik word er niet jonger op, maar de tegenstander wel. En steeds weer een kwaaltje of een pijntje draagt niet bij aan het spelplezier. Het team is wel heel gezellig en de kans dat we kampioen worden is erg groot, maar toch, Drop, toch denk ik dat het goed is om eens te gaan kijken naar een andere sport om mijn lijf soepel te houden”.

Ik kijk haar aan en denk, die is gek. Ze volleybalt al 100 jaar. Ze kan toch niet zonder? Dan zie ik haar op zondagmorgen, na onze gezamenlijke wandeling een matje uitrollen in de woonkamer. “Tja Drop, de coolingdown voor na de wandeling. Het schijnt ook stress te verminderen, het geeft je soepele spieren en het houdt je lijf in vorm. Yoga, Drop, moet je ook eens proberen.

Vanaf een afstandje zit ik te kijken hoe het baasje zich in allerlei bochten wringt. Been naar achteren, been naar voren, Arm naar links en voet naar rechts. Op haar telefoon klinkt fluitende vogeltjes en geluid van de zee. Het is allemaal rustig en gezapig. Te rustig en gezapig. Het past totaal niet bij mijn baasje die meestal met veel herrie en veel armgebaren door het leven gaat.

Ik bedenk mij dan ook geen moment en besluit in te grijpen. Dat slome gedoe op een matje heeft wat actie nodig. En daarbij, we sporten toch bijna altijd samen? En zoals ik het zie zou deze vorm van yoga misschien wel een hele goeie voorbereiding kunnen zijn op onze survivalruns die we deze zomer willen lopen.

Als baasje op haar knieën ligt, haar armen voor zich uitgestrekt en met haar kont omhoog, klem ik mijn voorpoten om haar middel en plant ik mijn borstkas op haar achterwerk. Ik rek, strek en klem mijn lijf tegen dat van haar. Bij de volgende pose, waarbij zij op handen en voeten een brug van haar rug probeert te maken, plant ik mijn derrière op haar buik en leg mijn kop in haar nek. Zwaar hijgend fluister ik haar bemoedigende woordjes in haar oor. Ondertussen lebber ik met mijn tong het zoute zweet uit haar nekvelletje. Ik verplaats mijn billen richting haar schouders. Ik hoor mijn baasje steeds zwaarder ademen. Piepend roept ze “Drop, stop, hou op, je bent te zwaar.” Dus ik laat mijn volle gewicht nu hangen in haar nek. Baasje begint te trillen, haar lijf schudt heen en weer. De zorgvuldig geplaatste ledematen lijken als een marionet met geknapte touwtjes in elkaar te storten. Baasje onderop, ik bovenop. Gewoon zoals het hoort.

Als baasje eindelijk weer op haar benen staat, hoor ik haar mompelen, ik weet niet wat zwaarder is, volleyballen met de meiden of yoga met Drop.

En ik denk, het maakt niet uit wat ze doet, zo lang we het maar samen doen.


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *