Twee keer per week, soms een keertje meer, maar liever niet minder, sta ik voor zijn deur. Ik weet de weg van mijn huis naar zijn huis feilloos te vinden. Ik loop de route met mijn ogen dicht, evenals mijn drie voorgangers. Ik wandel naar Kees, om samen uit te gaan.
Kees en mijn baasje hebben elkaar ontmoet ruim 30 jaar geleden op het veldje achter ons huis. Kees zat daar met Andor, zijn boxer reu en baasje had net haar eerste boxertje gekocht, Arie. Elke avond trof Arie Andor op het veldje. Samen spelen, samen stoeien, samen liggen op het gras. En de baasjes, tja, als je van boxers houdt, komt het gesprek vanzelf op gang, ook al was het leeftijdsverschil groot. Kees, 30 jaar ouder, had kinderen in de leeftijd van mijn eigen baasje. Hoe vaak er niet gevraagd werd; “Ben jij de dochter van Kees?” Of; “Doe de groetjes aan je vader” terwijl niemand in het dorp mijn baasjes vader kent. Nee, baasje en Kees zijn geen familie. Sterker nog, zonder boxer hadden ze elkaar wellicht nooit getroffen of misschien niet verder gekomen dan een beleefd “goedemorgen meneer” en “goedemorgen jongedame”.
Dertig jaar lang liepen Kees en baasje hun ronde door het dorp. Na Andor kwam Nouri, een boxerteefje, bij Kees wonen. Na Arie, kwamen Toby, BoRies en ik, Droppie bij baasje wonen. Allemaal boxers, van Kees, van baasje. We logeerden over en weer, de boxers dan, niet mijn baasje of Kees.
Toen Kees te oud werd om opnieuw een boxer te nemen, zei baasje; “ik kom je halen, dan laten we samen mijn boxer uit. Dan is hij ook een beetje van jou.”
En zo sta ik met regelmaat maar wel op de meest onverwachte tijden, op de stoep bij het huis van Kees. Ik sla mijn staart stuk op de lambrisering in de gang. Mijn kwijlbek wrijf ik langs het behang in de woonkamer. In de keuken weet ik precies in welk kastje er nog een hondenkoekje te vinden is en natuurlijk kruip ik altijd even op schoot bij Kees zijn vrouw.
Al dertig jaar lopen baasje en Kees dezelfde ronde door het dorp met een boxer aan hun zijde. Ze bespreken samen de wereldproblematiek. Lossen elk raadsel op en geven gevraagd maar ook zeker ongevraagd aan elkaar advies. Zijn ze het altijd met elkaar eens? Zeker niet. Hebben ze dezelfde interesses? Leefstijl of gemeenschappelijke vrienden? Zeker niet. Maar hun liefde voor de boxer zorgde ervoor dat leeftijd een getal werd. Dat meningsverschillen werden overbrugd en dat ware vriendschap niets te maken heeft met verwantschap maar met acceptatie van wie je bent.
De rondes door het dorp met Kees zijn de laatste tijd korter geworden. Steeds vaker kom ik binnenstieren terwijl Kees met zijn ogen dicht in zijn luie stoel ligt. “Het zijn schoonheidsslaapjes, Drop. Als je ouder wordt duren die wat langer, maar je blijft dan wel even knap als vroeger.” Het lopen wordt wat moeilijker, de pas is trager, de pauzes op de brug worden iets langer. Dus de keuze is gemaakt, een verhuizing naar een appartement is de beste oplossing voor Kees en zijn vrouw. Alleen was er geen appartement te vinden in ons dorp.
Volgende week komt de verhuiswagen voor rijden. De spullen zullen worden ingeladen om acht kilometer verderop weer uitgeladen te worden. Acht kilometer is niet ver, zul je zeggen. Maar toch… spontaan binnen lopen om te vragen; “Ga je mee naar buiten want het regent”, wordt een stuk lastiger. Even een praatje in de voortuin, bij de winkels of zomaar op de hoek van straat zal niet meer gebeuren.
We gunnen je een heerlijk onbezonnen leven op je nieuwe stek samen met je vrouw, maar Kees, pot vol blommen, wat zullen we onze wandelingen missen. Onze gesprekken, ons gelach en onze stiltes. Kees, dank voor alle goede raad die mijn baasje even zo veel keer in de wind heeft geslagen. Net zoals jij dat deed met het advies van mijn baasje. We komen snel op visite. Liefs Drop.
0 reacties