“Ik heb een groot hart
mijn hart is zo groot
het wordt nog mijn dood
dit hart is zo groot”
De Dijk zong het al en oh, wat een toepasselijk lied. Ik heb ook een groot hart en een nog grotere harem. Met regelmaat schrijf ik hier over al mijn vriendinnen. Het zijn er zoveel dat het op twee poten niet eens meer te tellen zijn. Ze zijn mij allemaal even lief. Ik wil met iedereen spelen, rennen en stoeien. Liefst met allemaal tegelijkertijd. Maar niets seksueels. Daar doe ik in principe niet aan. Dat geeft gedoe en onderlinge wrevel. Dus ik hou het bij stoeien.
Mannen daarentegen, echte mannenvrienden, die zijn wat zeldzamer. Tuurlijk heb ik op de boxerclub een paar vrienden.Vanuit de achterbak van de auto kijken we zwijgend naar elkaar. We hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. Soms een grom, soms een snauw, maar meestal gewoon stilzwijgend zitten en kijken.
Gijs / MiniMe, dat is natuurlijk een mannetje waarmee ik regelmatig op stap ga. Ik zie onze relatie meer als grote broer versus klein irritant ventje die nog een hoop moet leren. Vrienden, dat is misschien nog net een stap te ver. Dat komt nog wel, als hij leert mijn grenzen te respecteren. Tot die tijd, neem ik hem graag mee op sleeptouw en leer hem de fijne kneepjes van het vak.
Dus als ik goed nadenk… echte vrienden, mannenvrienden, die heb ik dan weer niet zoveel. Ik word wel eens belaagd door andere reuen. Soms word ik blijkbaar als concurrent gezien en staan ze borstelend en grommend tegenover mij, terwijl ik mij van geen kwaad bewust ben. Ik doen dan een stap op zij, loop een rondje om of in het geval van nood, ga ik op mijn rug liggen. Nee, de strijd ga ik niet echt aan. Daar wordt ook niemand beter van, denk ik dan maar bij mijzelf. Andere reutjes op het uitlaatterrein zijn wel welkom. Mits ze zich gedragen ten opzichte van mij maar ook vooral ten opzichte van mijn vriendinnen. Gewoon geen gedoe. Daar hou ik van.
Eens per week loopt ook Don op het terrein ‘s ochtend vroeg. Don is een mix van van alles en heeft de haarkleur van Donald Trump, vandaar de naam Don. Don was een beetje een gezette hond. Wat extra heupvetjes en mollige billen. Ik heb geen problemen met Don. Hij is van harte welkom om te stoeien met Milou, met Saar, met Nora. Geen probleem. Don was een onopvallend typje. Met nadruk op was… Ik had het eigenlijk niet zo in de gaten als hij er was. Tot een week geleden. Don was op vakantie geweest in een hondenhotelletje. De combinatie van afgepast voer, veel spelen en een tikje heimwee zorgde ervoor dat Don als herboren weer thuis kwam.
Ik zag ‘m staan, strak in zijn vel. Gespierde billen, Dat oranje / gele haar wapperend in de wind en ik dacht: “Ik heb een groot hart, mijn hart is zo groot”. Mijn neus heb ik onder zijn billen gestopt, mijn worteltje piepte uit het zakje. Ik snoof nog eens extra waardoor mijn worteltje vanzelf een winterpeentje werd. Hier staat gewoon een knappe vent voor mijn neus. En al die vrouwen zijn wel leuk, lief en aardig, maar deze ontzettend aantrekkelijke heer, die is het helemaal.
Inmiddels ben ik al twee weken druk in de weer om met mijn charmes Don te veroveren. Om hem te overtuigen de vrouwtjes links te laten liggen en alleen oog te hebben voor mij, zoals ik alleen nog maar oog heb voor hem. Oh Don, mijn Don Juan, mijn allermooiste, mijn hart staat open voor jou. Mijn worteltje is gewillig. Sta jij ook open voor mij?
0 reacties