Tip Top van Drop
Bijna elke week zijn er weer nieuwe honden bij de boxerclub. Van heinde en verre komen de baasjes met hun boxers trainen bij de Kringroep. Of het ligt aan Corona tijd of een herontdekking van het ras, ik weet het niet, maar gezellig druk is het wel bij de club. Met al die nieuwe aanwas wordt het wel weer eens tijd om Tips en Tops van Drop te geven. Met mijn bijna twee jaar heb ik de nodige ervaring opgedaan die ik graag wil delen met jullie, mijn hondenmaatjes.
Met stip gestegen op nummer drie: De weg wijzen!
Onthou de routes naar je favoriete plekken in de buurt. Loop altijd keurig aan de lijn, totdat je baasje de “verkeerde” weg wil in slaan. Wees dat moment voor en trek een sprintje naar de juiste route zodat je baasje wel met je mee moet gaan. Een andere tactiek die je kan inzetten als baas niet de goede kant op loopt, is “zitten”. Gewoon op je gat zitten zodat je niet verder kan. Je baas zal je dan roepen, maar die bananen in je oren komen nu goed van pas. Negeren die baas. Als de baas begint te trekken aan de riem, sta dan niet op om hem of haar zijn zin te geven. Nee, ga liggen. Door de zwaartekracht en de massa van je lijf is het dan nog moeilijker om jou van je plek te krijgen. Uiteraard sta je vliegensvlug op zodra je baasje de kant op loopt van het bos of uitlaatterrein. Beloon het baasje door tegen hem of haar op te springen.
Deze week is blijven staan op nummer 2: de stok
Wij boxers, wij sjouwen graag. Met speelgoed, ballen, blikjes, flessen en natuurlijk stokken. Het mooie is dat er buiten vaak stokken te vinden zijn. Je pakt de stok die past bij jouw formaat lijf en bakkes. De stok moet rond zijn, stevig en goed klem kunnen zitten tussen je tanden. Je wangen hangen aan beide zijden keurig over de stok heen zodat je ondertanden goed zichtbaar zijn. Minimale lengte van de stok in deze tijd, anderhalve meter. Dan laat je de stok aan de baas zien. Dit doe je door het stuk hout met flinke kracht in de knieholtes te duwen. Gegarandeerd dat je de aandacht van de baas krijgt. Moppert je baas omdat je de stok te hard in de knie hebt geramd of omdat de stok te vies is, laat dan de stok op commando vallen. Kijk berouwvol en lik de knie van de baas. Dan draai je je om en haal je een grotere stok, zodat je niet alleen de baas maar ook eventuele medewandelaars goed kan raken. Succes gegarandeerd. De volgende keer zullen ze niet meer mopperen over de kleine stok.
En dan de belangrijkste tip van de dag. Op nummer 1 staat: de “ik heb nog niet gegeten, baas” truc.
Vind je dat je te weinig te eten krijgt, start de volgende tip dan om half 5 ’s middags. Zorg dat je één van de bijbaasjes (dus niet de opperbaas, maar één van de andere gezinsleden) alleen in de woonkamer treft. Je draait liefkozend om de benen heen, zet je zachte oortjes tegen zijn/haar handen en duw hem of haar in de richting van je voerbak. Ga dan naast je voerbak zitten en maak snuf- en snuifgeluidjes. Kijk dan naar het baasje en laat een traan uit je oog over je wang rollen. Blijf doordringend naar dit bijbaasje kijken en wissel je blik af door ook nadrukkelijk naar je voerbak te staren. Hou dit vol. Over het algemeen zijn bijbaasjes minder streng en makkelijker over te halen tot actie. En dan komt de maaltijd vanzelf extra vroeg in je bak. Mocht je om 6 uur weer trek hebben, dan herhaal je dit ritueel bij de opperbaas. Je moet er dan wel voor zorgen dat het bijbaasje niet in dezelfde ruimte is. Je geeft je opperbaas aandacht, kusjes en duwt hem of haar richting je voerbak. Je perst nu uit het andere oog een traan en zucht diep. Herhaal het zuchten en knipper met je ogen. Laat duidelijk merken dat je bak leeg is door er met je poot een tikje tegen aan te geven. Ga niet gooien en smijten maar hou het lief en zachtaardig. Daar zijn baasjes gevoelig voor. En met een beetje geluk komen ook nu weer de brokjes in je bak terecht. Eet alsof je in geen jaren iets te eten hebt gekregen. Ga daarna uitbuiken in de mand en laat dikke vette stinkwindjes. Dan weet je zeker dat er daarna nog een flinke wandeling achteraan gaat komen. Want slapen dat doe je ‘s nachts wel.
0 reacties